7732 drijfsieven is evenzeer een dynamische politiek noodzakelijk als met betrekking tot de opvoering van de productiviteit van de arbeid, opdat verder kan worden gebouwd aan de uitbreiding van de werkgelegenheid hier te lande. Nieuwe bedrijven kunnen niet uit de grond worden gestampt; zou een enkel bedrijf op die manier kunnen worden gevestigd door investeringen uit het buitenland, als regel zal een nieu we industrie geleidelijk moeten groeien, waarbij we een een voudige dorpssmid, die zich vervolgens aan de vervaardi ging van landbouwwerktuigen zet, zich zien ontwikkelen tot een moderne carosserie- en automobielenfabriek, zoals bijv. de DAF-fabrieken te Eindhoven zijn ontstaan. Bij een zo scherpe progressie als we in de inkomstenbelasting kennen voor de lagere en middel-grote inkomens is de ontwikkeling van dergelijke bedrijven op basis van zelf-financiering door inhouding van winsten practisch onmogelijk. Laten we ook niet vergeten, dat de fiscus wel 40°/o van de winsten en meer opstrijkt, doch bij tegenslagen in de verliezen niet meedeelt. Ter aanvulling van de gedane voorstellen tot opvoering van de arbeidsproductiviteit dient derhalve op fiscaal terrein een meer dynamische politiek, gericht op een uitbreiding van de zelf-financieringsmogelijkheden van de onderneming, te wor den nagestreefd. Het probleem van het tekort op de betalingsbalans, dat ons volksbestaan dreigt te ondermijnen, indien daarvoor geen oplossing wordt gevonden tegen de tijd, dat in 1952 de Marshall-hulp ophoudt, zou op zichzelve niet hebben veroor loofd om, toen bleek, dat de kosten van het levensonder houd tegen hef einde van 1949 waren gestegen met 5%, de lonen dienovereenkomstig te verhogen; het vertrouwen in de vakbeweging en in de Nederlandse arbeider hebben de regering echter toen het risico doen nemen om, vooruitlo pende op een stijging van de arbeidsproductiviteit, een com pensatie te geven in de gestegen kosten van levensonder houd. Bij deze politiek zit ongetwijfeld de bedoeling voor, dat de gestegen arbeidsproductiviteit de verhoging der pro ductiekosten als gevolg van de derde loonronde zal compen seren. Terecht is opgemerkt, dat het hier betreft een voor schot op de vruchten der extra-krachtsinspanning zo van ar-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 6