7730 aan de zijde van de ondernemingen zouden maatregelen kunnen worden getroffen ter verhoging van de arbeidspro ductiviteit, zoals de opvoering van de doelmatigheid in de bedrijven, de verbetering van de bestaande uitrusting van de bedrijven alsmede verbetering van de organisatie van de productie in de verschillende bedrijfstakken. Men kan zich verheugen over deze meningsuitingen van arbeiderszijde, omdat zij blijk geven van een groeiend besef in de realiteit van de economische moeilijkheden, waarvoor ons land zich ziet gesteld; zij stemmen echter evenzeer tot voldoening, omdat daaruit spreekt, dat doorbroken is een beangstigende fataliteit van het Nederlandse volk rondom de vraagstukken, die hierbij op het spel staan, in het bijzonder wat betreft de onontkoombaarheid van het betalingsbalanstekort. En daarbij behoeft het geenszins als een overwegend nadeel te worden aangemerkt, dat over het te volgen beleid geen volmaakte overeenstemming bestaat; indien slechts de daad bij het woord wordt gevoegd zal, nu van regeringszijde de handhaving van het consumptie-peil vooralsnog als doel van de loon- en prijspolitiek wordt gesteld, de Nederlandse arbei der bewijzen, dat Nederland in een meer doeltreffend inge richte vaderlands huis als onderdeel van een meer of minder omvattend West Europees blok weer op eigen benen kan staan. Trouwens moge er al een zekere verdeeldheid bestaan ten aanzien van bepaalde middelen, die dienen te worden aangewend om het zo gewenste betalingsbalansherstel te verkrijgen, dit verschil van mening bestaat geenszins over de gehele lijn. Zo wordt het beginsel van de noodzaak der con sumptie-beperking erkend, met name en ook dit is een welkom geluid op het terrein van de staatsfinanciën. En als verbruiker èn als investeerder is de betekenis van de Staat zo groot, dat onvermijdelijk een belangrijk deel van de noodzakelijke beperkingen, die de Nederlandse gemeen schap zich moet opleggen om de betalingsbalans in even wicht te krijgen en te behouden, door de Staat zelf moet wor den vericht. Ook door hef N.V.V. werd laatstelijk de nood zaak van bezuiniging erkend. Daarbij kan niet worden vol staan met het streven alleen naar een „sluitend overheidsbud get". Zulks kan zeker niet het geval zijn zolang, zoals in 1949

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 4