7762 In de fellingstaat uit grootboek IIIA per 30 September wor den opgenomen van elke rekening: 1. het saldo per 1 Januari 1950; 2. het totaal der debiteringen van 1 Januari t m 30 Septem ber 1950; 3. het totaal der crediteringen van 1 Januari t/m 30 Sep tember 1950; 4. het saldo per 30 September 1950. De totaaltellingen der kolommen debiteringen en credite ringen moeten kloppen met de tellingen per 30 September 1950 van de overeenkomstige kolommen in de rubriek „lo pende rekeninghouders" van het dagboek. De benodigde formulieren kunnen in de gewenste aantal len bij de Centrale Bank besteld worden. Hef zal ieder duidelijk zijn, dat bij de bovenomschreven werkwijze de balanswerkzaamheden aanmerkelijk worden verlicht. Indien de uittreksels per 31 December uit de groot boeken niet kloppen behoeft de controle op de overboeking der dagboekposten naar de grootboeken zich slechts uit te strekken over de periode vanaf de laafsfe sluitende telling- staat. Daarom ook is het beter om tellingstaten iedere maand op te maken en niet slechts per kwartaal. Nogmaals hebben wij, thans uitvoeriger, de aandacht voor het klemmende probleem der jaarwisselingsdrukte gevraagd in de hoop en met hef vertrouwen, dat de kassiers onze raad gevingen ten deze ter harte nemen en er hun voordeel mee doen. UIT DE ORGANISATIE. Van Kassier tof Kassier. De kassier van Son schrijft: Onder de velen die behoefte heb ben eens van Uw spreekbuis gebruik te maken, is ook de kassier van hef kleine, voor vele lezers onbekende Son. On dergetekende weet echter dat hij met dezelfde moeilijkheden zit ais zijn collega's. Op een bijeenkomst van kassiers uit zijn omgeving, nog niet zo lang geleden, kwam zijn bezwaar ter sprake en werd door bijna alle aanwezigen ondersteund.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 36