7751 voordien een rente van 4°/o werd vergoed. Het bedrag der inschrijving zelf wordt uitgekeerd, zodra de herbouw of het herstel is aangevangen, dus zodra de eigenaar van hef ver woeste flatgebouw een nieuw gebouw gaat oprichten ofwel wanneer hij vrijstelling heeft gekregen van zijn bestedings- plichf. Hoe is het nu gesteld met de rechten van de Bank; kan deze beslag laten leggen onder het gedeelte groot 50.000 (haar hypothecaire vordering bedroeg immers 50.000) van de Groofboekinschrijving, of kan zij het onderpand tezamen met de inschrijving en eventuele rechten op financierings faciliteiten publiek verkopen? De wetgever heeft in tal van bepalingen de verhouding tussen de eigenaar en de hypo theekhouder vastgelegd. Deze regeling heeft betrekking op twee phasen, waarvoor afzonderlijke bepalingen gelden, zo dat wij deze phasen ook hef best gescheiden kunnen be handelen. A. De phase, dat ten name van de eigenaar een bijdrage in de oorlogsschade is ingeschreven in het Grootboek voor de Wederopbouw. De wetgever is van het ons inziens zeer juiste standpunt uitgegaan, dat de eigenaar en de hypotheekhouder, beiden zakelijk gerechtigden ten aanzien van onroerend goed, waar aan de schade wordt toegebracht, gezamenlijk het leed, door de oorlogsschade veroorzaakt, moeten dragen, derhal ve ook beiden deel moeten hebben in de tegemoetkomingen in de schade, die van Staatswege worden verstrekt. Daarom wordt op de eerste plaats bij de inschrijving in het Groot boek melding gemaakt van de op het ogenblik van de ramp bestaande hypotheken. Dit betekent alreeds een erkenning van hef feit, dat de hypotheekhouder ook zekere rechten kan doen gelden op het bedrag van de bijdrage en het vormt in deze phase tevens de grondslag voor hef recht van de hypo theekhouder, om beslag te leggen op de rente die door de Directeur van het Grootboek aan de eigenaar over het be drag van de bijdrage wordt uitgekeerd. Het zal immers dik wijls voorkomen dat de eigenaar-schuldenaar ten gevolge van de oorlogsschade er financieel zo slecht voorzit, dat hij niet meer in staat of bereid is zijn hypotheekrenfe tijdig te

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 25