7744
konden worden betaald zowel met geblokkeerd als met vrij
geld. Er werd ingeschreven voor ruim 1830 millioen gulden,
waarvan per 31 Maart jl. nog ruim 1141 millioen uitstond.
Inschrijvingen en obligaties 3°/o Grootboek 1946 kunnen
worden aangewend voor voldoening van Vermogensaanwas-
belasting, Vermogensheffing Ineens en Zekerheidsstellingen,
waarbij de aangeboden grootboekschuld voor de nominale
waarde in betaling wordt aangenomen.
Tot Maart 1949 bestond deze staatsschuld enkel uit inschrij
vingen in het grootboek; zulke inschijvingen waren slechts
overdraagbaar voorzover de koper haar gebruikte tof beta
ling van hem opgelegde belastingen (zoals hierboven aan
gegeven). Sedert 1 Maart 1949 kan de koper van een groof-
boekinschrijving aan de Directeur der Grootboeken verzoe
ken, het door hem aangekochte bedrag
1. bij te schrijven op een te zijnen name bestaande reke
ning;
2. in te schrijven op een nieuwe rekening (onder bepaalde
voorwaarden);
3. over te boeken naar een Ontvanger der Belastingen ter
betaling van de hierboven genoemde belastingen.
Wordt geen verzoek om bijschrijving, inschrijving of over
boeking gedaan, of wordt een dergelijk verzoek afgewezen,
dan worden voor hef aangekochte inschrijvingsbedrag schuld
bewijzen aan toonder (obligaties) afgegeven.
Op 10 September 1949 bepaalde de Minister van Finan
ciën verder, dat inschrijvingen met een saldo beneden
10.000,tussen 1-11-49 en 31-10-50 onder kennisgeving
aan betrokkenen ambtshalve in obligaties worden omgezet.
Deze obligaties luiden in coupures van 1000, 500 en 100
gulden.
De rentebetaling geschiedt als volgt: de obligaties 3%
Grootboek 1946 dragen halfjaarlijkse coupons, vervallende
op 1 Mei en 1 November; de rente op de inschrijvingen ver
valt ook in halfjaarlijkse termijnen, doch de rentevervaldagen
zijn niet bij alle inschrijvingen gelijk (iedere maand komt een
gedeelte der inschrijvingen aan de beurt voor rentebetaling).
De aflossing geschiedt in ongeveer gelijke termijnen op 1
November van de jaren 1949 tot en met 1982; bij de aflos-