7740 jaar toch nog aanzienlijk meer slachtvee is atgeleverd dan in de overeenkomstige periode van 1949. Tengevolge van de grote vraag naar varkensvlees in het buitenland (Duitsland) liep ook de prijs van varkensvlees snel op, hoewel de varkensstapel aanmerkelijk is uitgebreid. Het Bedrijfschap voor Vee en Vlees heeft getracht de var- kensvleesprijs binnen redelijke perken te houden, eerst door het leggen van heffingen bij uitvoer van varkensvlees (tot 90 ct. per kg.), later door stopzetting van de export van var kensvlees. Hierdoor is voorkomen, dat de prijs van varkens vlees al te hoog werd. De landbouw ging hiermede accoord, omdat te hoge varkensprijzen op de lange duur ook niet in zijn belang zijn, o.a. omdat daardoor de varkenshouderij in sterke mate zou worden gestimuleerd en dan na enige tijd de varkensprijzen zouden kelderen. De boeren kunnen er echter niet mee accoord gaan, dat zij beschouwd worden als de oorzaak van de hoge prijzen van vlees. Wanneer men de samenstelling van de varkensstapel bij de laatste Mei-inven tarisatie beziet, dan blijkt, dat er relatief weinig zware mest- varkens door de boeren worden aangehouden, zodat er geen sprake kan zijn van speculatie door de varkenshouders. Er zijn er die de oorzaak van de hoge vleesprijzen zoeken in de melkprijs, die te hoog zou zijn, waardoor de boeren niet ge negen zouden zijn rundvee te mesten en af te leveren en evenmin om voldoende varkens te mesten. Men vergeet hier bij echter, dat de rundveestapel momenteel nog niet groter is dan vóór 1940, dat de uitstoot pas in het najaar komt en dat de varkensstapel nu aanzienlijk groter is dan in 1939, nl. ruim 350.000 stuks. Verwacht mag dan ook worden, dat het aanbod van varkens in de naaste toekomst niet zal toenemen en dat de prijzen van varkensvlees zullen dalen. Uitvoer naar Duitsland. De uitvoermogelijkheden van agrarische producten naai Duitsland zijn echter niet voor alle producten zo gunstig als voor varkens. Grote hoeveelheden tuinbouwproducten wor den doorgedraaid (bv. in Venlo), omdat Duitsland nagenoeg niet op onze veilingen koopt. Voor een belangrijk deel is dit het gevolg van het feit, dat het betalingscontingent (15 millioen dollar, d.i. 57 millioen gulden), dat voor de pe-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 14