7710 wei de rechten van de hypotheekhouder op de assurantie penningen zonder meer waren bepaald. Het beding van art. 297 W. v. K. wordt practisch steeds gemaakt, maar betrett enkel de brandschade. Naar onze me ning heett het geen enkel bezwaar wanneer in voorkomende gevallen een overeenkomstig beding wordt gemaakt ten aanzien van storm- of hagelschade. Op hetzelfde onroerend goed kunnen meerdere hypo theken worden gevestigd: de verschillende hypotheken ne men rangorde naar de datum van inschrijving. De schuldeiser wiens hypotheek als eerste in het hypotheekregister werd ingeschreven kan niet benadeeld worden door latere inschrij vingen, daar de tweede hypotheekhouder zijn schuld pas dan uit de opbrengst van het goed krijgt voldaan, wanneer de eerste hypotheekhouder het volle pond heeft gehad. Even zo komt een eventuele derde hypotheekhouder pas na de volledige voldoening van de tweede hypotheekhouder aan trek, enz. Bovendien heeft alleen de eerste hypotheekhouder het recht om tot executie over te gaan: degenen, wier recht van hypotheek na het zijne is ingeschreven, hebben het dus niet in hun macht bij nalatigheid van hun schuldenaar execu tie te doen plaats vinden, maar moeten het ogenblik afwach ten dat de eerste hypotheekhouder zijn recht uitoefent, hun schuldenaar failliet gaat of de hypotheek bij gelegenheid van verkoop van het onderpand door de nieuwe eigenaar wordt afgelost. Wel kunnen tweede en latere hypotheekhouders het beding van art. 297 W. v. K. betreffende de brandschade maken, tengevolge waarvan de assurantiemaatschappij ver plicht wordt, na de eerste hypotheekhouder uit het bedrag van de schadepenningen te hebben voldaan, ook nog de tweede en verdere hypotheekhouders tot het bedrag van hun schuldvordering en de daarop vallende renten te vol doen. Het voorafgaande samenvattend kunnen we zeggen dat hypotheek de meest gezochte en toegepaste zekerheidstel ling is, waarbij als voornaamste risico echter moet worden aangemerkt het gevaar, dat het verbonden goed schade lijdt. Gezien het feit dat er geen algemene wetsbepaling is, inge volge waarvan assurantiepenningen in de plaats van het ver- haalsobject treden, dient de hypotheeknemer zoveel mogelijk

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 32