7702 de Wederopbouw en Volkshuisvesting. Opgemerkt zij, dat aan elke Gemeente een bepaald bouwvolume is toegewezen, hetwelk voor de premieregeling in aanmerking kan komen. Is dit uitgeput, dan kan men na verkregen bouwvergunning van de Gemeente wel tot de bouw overgaan, doch van enige financiële tegemoetkoming van Rijkswege is dan geen spra ke. Wij komen hierop nader terug onder punt 12 van deze uiteenzetting. 4. De aanvraag moet worden ingediend, voordat een be gin met de uitvoering van het bouwplan is gemaakt. Is reeds een begin met de uitvoering gemaakt, dan wordt de aan vraag afgewezen. 5. De premie wordt toegekend bij beschikking van de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting. 6. Degene, aan wie een premie is toegekend, moet zich nauwkeurig houden aan de bepalingen van de premierege ling en bouwen in overeenstemming met het ingediende bouwplan. Bij overtreding van de bepalingen van de premie regeling of indien gebouwd wordt of is in afwijking van het bouwplan, zonder dat voor deze afwijking de toestemming van de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting is verkregen, wordt de premie ingetrokken. 7. De premie vervalt, indien niet binnen vier maanden na haar toekenning de bouw tot de bovenkant van de be gane grondvloer is gevorderd of de woningen niet binnen één jaar na de toekenning voor bewoning gereed zijn. De Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting kan deze twee termijnen echter verlengen. 8. De premie wordt uitbetaald nadat de woning voor be woning gereed is en daarvan mededeling is gedaan aan de Minister. 9. Hoewel de Premieregeling 1950 in tegenstelling met de Financieringsregeling 1948 daarover niet spreekt, staat het toch wel vast, dat evenals de aanspraken op de jaarlijk se bijdragen en op de uitkering ineens, ook de aanspraken op de premie b.v. aan een hypotheekhouder kunnen worden overgedragen en dat deze overdracht in de betrokken ad-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 24