7635
747 millioen, als resultaat van een vermeerdering van de
invoer met 386 millioen en een vermeerdering van de uit
voer met 1.133 millioen. Waarschuwend wordt erop gewe
zen, dat deze verbetering mede beinvloed werd door enkele
toevallige omstandigheden, zoals het samenvallen van de
gunstige oogst in ons land met droogte in naburige landen,
de plotseling stimulerende invloed van de devaluatie en de
vrijmaking van de invoer in Duitsland in het laatste kwartaal.
De handelsbalans geeft slechts de verhoudingen met het
buitenland weer, voorzover het betreft het goederenverkeer.
De betalingsbalans eerst geeft een inzicht in hef totale beta
lingsverkeer van Nederland met het buitenland. De beta
lingsbalans kent twee groepen van rekeningen, namelijk een
„lopende rekening", omvattende alle betalingen uit het goe
deren- en dienstenverkeer alsmede coupons, dividenden e.d.
en een „kapitaalrekening", waarop worden geregistreerd be
talingen in verband met het aflossen of opnemen van credie-
ten, het verlenen van crediefen, de opbrengsten uit de ver
koop van buitenlandse effecten, schenkingen van overheids
wege, in het algemeen gezegd betalingen uit hoofde van
transacties in de vermogenssfeer.
Uit het jaarverslag van De Nederlandsche Bank blijkt, dat
het totale befalingsbalanstekort in 1949 is gedaald van
1.506 millioen op 971 millioen. Hef tekort op de lopende
rekening bedroeg in 1949 239 millioen tegen 947 mil
lioen in 1948, een verbetering derhalve met 708 millioen.
Op het totale bedrag van het betalingsverkeer op de lopende
rekening ad 5.295 millioen vormt hef tekort van 239 mil
lioen slechts 4H°/o, tegenover 19% in 1948. In 1949 kon dus
een aanmerkelijke vooruitgang worden geboekt.
De dekking van het totale betalingsbalanstekort van 971
millioen werd voor een bedrag van 768 millioen gevonden
in de vorm van schenkingen in het kader van de Marshall
hulp. Hoe zeer de verbetering in deze betalingsbalanspositie
op zichzelf verheugend mag worden genoemd, dit neemt
niet weg, dat voor de toekomst op dit punt nog de grootste
bezorgdheid blijft bestaan.
De President wijdt nog uitvoerige beschouwingen aan de
mogelijkheden om tot verbetering van de betalingspositie
te komen, waarbij hij opnieuw naar voren brengt zijn reeds