7663
Bank, welke meer rendabele uitzettingen kan kiezen en daar
om stelt ook de Centrale Bank de plaatselijke boerenleen
banken in de gelegenheid, om een gelijk bedrag als zij met
langere opzeggingstermijn hebben aangenomen, bij de Cen
trale Bank op dezelfde opzeggingsvoorwaarde tegen een
hogere dan de rekeningcourant-rente uit te zetten. Door haar
beleggingspolitiek is juist de Centrale Bank in staat van de
gedurige gelden een beter rendement te maken, daar op de
openbare kapitaalmarkt waar lang geld wordt gezocht en
aangeboden, meer rente wordt geboden, alnaargelang de
duur van de leningen langer is.
Het deposito-instituut is voor de plaatselijke boerenleen
banken een belangrijk middel, om de rustige spaarders een
hogere rente te vergoeden. Een middel echter, dat nog niet
voldoende wordt toegepast. M.a.w. wanneer de plaatselijke
boerenleenbanken op het deposito-instituut meer aandacht
vestigen, zal hiervan zeker meer gebruik gemaakt worden.
Hierbij zij echter opgemerkt, dat, wil het deposito-instituut
volledig aan zijn doel beantwoorden, de boerenleenbank
dan ook moet vasthouden aan de vooraf overeengekomen
opzeggingstermijnen en moet zorgen, dat daarmede niet de
hand wordt gelicht. Mochten zich gevallen voordoen, dat de
inlegger dringend om het geld verlegen is, dan bestaat altijd
nog de mogelijkheid, om onder goedkeuring van de Centrale
Bank, een voorschot op te nemen, waarbij het deposito dan
als onderpand dient. Het gaat echter niet aan, om gelden
welke op bepaalde voorwaarden van opzegging zijn gede
poneerd zonder het in acht nemen van deze opzeggingster
mijn zo maar terug te betalen. Ook niet, wanneer over het
laatste jaar of over het afgelopen jaar de rente voor direct
opvorderbare gelden wordt vergoed en niet de deposito
rente.
Voorts dient men er op bedacht te zijn, dat bij de Cen
trale Bank geen hogere bedragen op 6 of 12 maanden depo-
sifo's kunnen worden uitgezet, dan de plaatselijke boeren
leenbanken zelf ter beschikking hebben. Het totaal van de
6 maands respectievelijk 12 maands deposito's bij de plaatse
lijke boerenleenbanken moet dus steeds gelijk zijn aan het