7662 theken ook buiten de landbouw; voorts voor een gering deel in courante effecten, terwijl de rest bij de Centrale Bank wordt gedeponeerd. De Centrale Bank wendt deze, door de boerenleenbanken bij haar gedeponeerde middelen aan, om andere boerenleenbanken, bij welke de vraag naar uit leningen in de landbouw het bedrag van de door derden gedeponeerde gelden overtreft, credieten te verlenen, ten einde zoveel mogelijk aan alle aanvragen uit de land- en tuinbouw te kunnen voldoen. Als bank voor de plaatselijke boerenleenbanken verricht de Centrale Bank hiermede een belangrijke rol. De rente-inkomsten van de plaatselijke boerenleenbanken komen dus uit de verleende voorschotten en uit credieten, uitzettingen bij wijze van belegging, effecten en gedepo neerde gelden bij de Centrale Bank. Naar mate nu de boe renleenbanken meer en rustiger gelden ter beschikking heb ben, zijn zij ook in staat om deze gelden meer rendabel te beleggen. De creditgelden in rekeningcourant zijn over het algemeen zeer onrustige gelden, die de boerenleenbanken ter beschikking moeten houden en dus niet op langere ter mijn kunnen uitzetten. Vandaar dat voor deze creditgelden in rekeningcourant slechts een geringe rente kan worden ver goed. In de direct opvorderbare spaargelden zit altijd een zekere kern van continuïteit, welke uitzetting op langere termijn dan de spaargelden juridisch ter beschikking staan, mogelijk maakt. Voor deze categorie van toevertrouwde mid delen kan dus een hogere rente worden vergoed. Wanneer de inlegger zich verbindt, om het terughalen van de door hem ingelegde gelden 6 of 1 2 maanden van te voren aan te kondigen, geeft hij daarmede aan de boerenleenbank nog meer kans om voor deze bedragen inleggingsmogelijkheden te zoeken, waardoor de boerenleenbank op haar beurt in staat is, om de rente nog weer iets hoger te stellen. De op deze wijze ingelegde gelden, welke op de boerenleenban ken genoemd worden deposito's met 6 of 12 maanden op zegging, hebben dus verreweg het rustigste karakter van alle toevertrouwde middelen. Hierbij zal men aanstonds opmer ken, dat dit voor een boerenleenbank, welke voor het groot ste gedeelte haar gelden bij de Centrale Bank heeft staan, van weinig belang is. In dit geval is het echter de Centrale

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 32