7658
onder a. genoemd groep; in een volgend artikel hopen we
dieper op het onder b. genoemde te kunnen ingaan.
De eftecten, die de Boerenleenbank in bezit heeft, worden
niet alleen op de desbetreffende grootboekrekeningen in
grootboek III B geadministreerd, doch ook vermeld in het
Fondsenboek, (form. E 1) en wel in de afdeling eigendom der
Boerenleenbank.
De boekingen in dit register wijzen zichzelf. Vermeld dient
hier slechts fe worden, dat onder Bewaargeving A de datum
van deponering bij de Coöperatieve Centrale Boerenleen
bank genoteerd wordt van de stukken, waarvan alleen maar
de mantels opgezonden werden, en onder Bewaargeving B
de datum van deponering bij de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank van de stukken, waarvan de mantels en cou
pon- of dividendblad werden gedeponeerd.
Wanneer stukken uitgeloot of verkocht zijn vuile men de
datum, waarop dit geschiedde, in op de daarvoor bestemde
plaats; wanneer zij geconverteerd zijn en/of wanneer num
merwijziging heeft plaats gevonden, vermelde men dit onder
„aantekeningen". Het is niet gewenst om de oorspronkelijke
nummers door te halen en de nieuwe in te voegen.
Wanneer nieuwe stukken aangekocht worden of in de
plaats komen van vervangen stukken, schrijve men deze vol
ledig in. Voor ieder stuk bezige men een afzonderlijke regel.
De aankoop van nieuwe stukken wordt in het dagboek als
volgt geboekt:
Debetkolom omschrijving: Benaming der stukken.
Creditkolom omschrijving: Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank.
Kolom 6: totaalbedrag der nota.
Kolom 9: bedrag der koerswaarde van de stukken.
Debetkolom omschrijving: Provisie, zegel, etc.
Kolom 11: het totaalbedrag van Provisie en Zegelkosten.
Indien lopende rente afzonderlijk in rekening wordf ge
bracht, behoort deze eveneens afzonderlijk in Kolom 11 ver
meld te worden. In de debetkolom van de omschrijving ver
melde men dan: Lopende rente obligaties....
Bij verkoop of uitloting van stukken die het eigendom der
boerenleenbank zijn worden de volgende boekingen in het
dagboek verricht: