7645 3% Nederland 1937. dement van ongeveer 3.44%. Zou echter in 1957 conversie plaats vinden, zodat de houders rekening moeten houden met atlossing pari in 1957 dan bedraagt het effectieve ren dement van de thans tegen 98%% gekochte stukken slechts ongeveer 3.23%. Deze lening is ontstaan uit omwisseling van een aantal spoorweg-obligaties en -aandelen, om welke reden men deze lening wel noemt de „spoorweglening". Op 31 October 1949 stond nog uit een bedrag van ru m 342 millioen gulden. De rente bedraagt 3%, terwijl de halfjaarlijkse coupons vervallen op 1 Januari en 1 Juli. De obligatiën zijn vrijgesteld van alle Nederlandse belas tingen, die van schuldbewijzen ten laste van Nederland en van de daarbij behorende coupons mochten worden ge heven. De obligatiën worden door het Rijk a pari in betaling aan genomen ter voldoening van aanslagen in de Vermogens- aanwasbeiasting en in de Vermogensheffing-lneens. De aflossing is als volgt geregeld: a. de aflossing geschiedt a pari in ten hoogste 50 jaar, zodat in 1987 de gehele lening zal zijn afgelost; b. elk jaar vindt uitloting plaats van een bedrag gelijk aan tenminste 0.886% der lening, vermeerderd met de door deze verplichte aflossing vrijgevallen rente. De uitloting geschiedt in reeksen van 50.000.in de maand Mei van ieder jaar, terwijl de uitgelote stukken op 1 Juli d.a.v. aflosbaar zijn. Op basis van dit aflossingsplan bedraagt de gemiddelde looptijd dezer lening thans 22% jaar. De koers was per 9 Juni jl. 98%%, hetgeen een effectief rendement geeft van ongeveer 3.12%. RECHT EN WET. Spaarrekeningen staande ten name van minderjarigen. Zolang een rekeninghouder minderjarig is, staat hij onder de ouderlijke macht of onder voogdij en wordt hij rechtens vertegenwoordigd door zijn vader resp. voogd. Met zijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 15