7575
Alvorens, mijne Heren, dit inleidend woord te beëindigen
kwijt ik mij nog van tweeërlei aangename taak.
Vooreerst mag ik melding maken van de volgende Konink
lijke onderscheidingen, die sinds onze vorige algemene ver
gadering aan functionarissen van bij onze Centrale aangeslo
ten banken zijn verleend. De heer H. J. Aernoudts, lid van de
Raad van Toezicht der Boerenleenbank Aardenburg, en de
heer J. v. d. Berg, kassier der Boerenleenbank te Huiten, wer
den benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. En
aan de Heren J. Bons, directeur der boerenleenbank te Groes-
beek, en J. P. Otermans, kassier der boerenleenbank te Spau-
beek, werden ere-medailles verbonden aan die orde, uitge
reikt. De heer Otermans kreeg inmiddels ook de gedenk
penning der C. C. B. voor 40 jaren trouw boerenleenbank-
werk. Wij verheugen ons van harte over de erkenning van
hun grote verdiensten, die aan genoemde heren is te beurt
gevallen, en hopen dat de hun toegekende onderscheidin
gen nog lang hun borst zullen sieren.
De tweede taak, door mij als aangenaam gekenschetst, is
deze dat ik de bijzondere dank van ons bestuur en van de
hier aanwezige afgevaardigden der aangesloten boerenleen
banken mag vertolken wegens het feit, dat ook heden weer
verschillende personen, wier aanwezigheid door ons bij uit
stek op prijs wordt gesteld, gevolg hebben willen geven aan
de uitnodiging om deze algemene vergadering met hun
tegenwoordigheid te vereren. Ik heet al deze genodigden
van harte welkom, op de eerste plaats de vertegenwoordi
gers der grote standsorganisaties, met welke wij een nauwe
en vruchtbare samenwerking wensen te onderhouden, met
name de heren Kampschoër, voorzitter van de Kath. Neder-
landsche Boeren- en Tuindersbond, tevens vertegenwoordi
gend de Kath. Land- en Tuinbouwbond te Haarlem, de heren
Zegers en van Haaren, voorzitter en secretaris van de Noord-
Brabantsche Christelijke Boerenbond, de heer Merfens, voor
zitter van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, de heer de
Goey, voorzitter van de Aartsdiocesanen Boeren- en Tuin
dersbond, en de heer Elfferich, vertegenwoordiger van de
Christelijke Boeren- en Tuindersbond. Verder heet ik nog in
het bijzonder welkom de heer Breukers, die hier vertegen
woordigt de economische instellingen, waarmede onze Bank