7572
Mijne heren. In mijn openingswoord voor de vergadering
der Boeren-Hypotheekbank heb ik een korte beschouwing
gewijd aan de nieuwe voorschriften, die U zijn toegezonden
betreffende de taxatiën van voor hypothecaire geldleningen
aangeboden onderpanden. Ook voor de schatting van on
derpanden, waarop de locale banken voor eigen rekening
min of meer langlopende voorschotten geven, zijn U richt
lijnen toegezonden, die aan de ontwikkeling van de toestand
in de laatste jaren zijn aangepast. Het is niet mijn bedoeling
deze nieuwe richtlijnen thans te gaan bespreken of toe te
lichten. Zij zijn van een uitvoerige toelichting vergezeld en
kunnen, wanneer dit nodig zou blijken, in deze vergadering
van de zijde van hef bestuur of van de directie nog van nader
commentaar worden voorzien. Ik wil U alleen nog medede
len, dat het bestuur gemeend heeft, door hei uitvaardigen
dezer nieuwe voorschriften tegemoet te kunnen komen aan
de in sommige kringen geuite bezwaren tegen de te beperkte
crediefverlening, waardoor de boerenleenbanken de haar
toegedachte taak niet ten volle konden vervuilen. Daarnaast
heeft echter hef bestuur het nodig geoordeeld de soliede
grondslagen van een behoorlijke credietverlening niet uit
het oog te verliezen en heeft het daarom met grote zorgvul
digheid de belangen van de geldschieters en de geldne-
mers tegen elkander afgewogen. Ik spreek daarom de hoop
uit, dat deze nieuwe regelingen bij de locale banken een gun
stig onthaal zullen vinden en in belangrijke mate tot de ver
dere bloei van ons landbouwcredietwezen zullen kunnen
bijdragen.
In onze laatste algemene vergadering, mijne heren, heb ik
U medegedeeld, dat het Departement van Justitie bezwaar
had gemaakt tegen het verlenen der Koninklijke goedkeu
ring op de wijziging van de statuten onzer plaatselijke boe
renleenbanken, zoals die in de algemene vergadering van
1948 v/as vastgesteld, doch ik meende U toen tevens in het
vooruitzicht te mogen stellen, dat de gerezen moeilijkheden
spoedig tot een bevredigende oplossing zouden worden ge
bracht. Inderdaad is dit het geval geweest en, nadat wij door
wijziging op een paar punten van ondergeschikt belang aan
de wensen van het Departement hebben gevolg gegeven,
heeft de Koningin enkele maanden geleden goedkeuring