7620
en depositofegoeden heeft opgehoopt. De plaatselijke boe
renleenbank is aldus de algemeen erkende spaarinstelling
van het platteland geworden, waaraan ook anderen dan boe
ren en tuinders hun spaargelden toevertrouwen. Het sociaal
ingestelde boerenleenbankwezen, dat op basis van de chris
telijke naastenliefde werd begonnen, heeft zich aldus ontwik
keld tot een onmisbare schakel in hef financieel-economisch
systeem van ons land. Op het einde van het jaar 1945 was
aan de gezamenlijke boerenleenbanken aan spaargelden
toevertrouwd een bedrag van ruim 2 milliard. Op hetzelf
de tijdstip stond bij de Rijkspostspaarbank aan spaarmidde-
len uit een bedrag van ruim 1.8 milliard en bij de stedelij
ke bijzondere spaarbanken een bedrag van ruim 1 milliard.
Ook na de deblokkering en de afvloeiing van toevertrouwde
middelen voor belastingbetaling bleef het aan de boeren
leenbanken toevertrouwde bedrag aan spaargelden hoger
dan bij de andere spaarinstellingen; het beliep ultimo 1949
1.5 milliard.
De toestroming van toevertrouwde middelen bij de boe
renleenbanken in verband met de sterk toegenomen liquidi
teit ten plattelande had een aanzienlijke verandering tenge
volge in het balansbeeld van de gezamenlijke boerenleen
banken. Zo hadden de bij de Centrale Bank van Utrecht aan
gesloten boerenleenbanken voor de oorlog gezamenlijk
slechts 25% van de aan haar toevertrouwde gelden bij de
Centrale Bank afgestort; laatstelijk bedroeg dit percentage
rond 70%. Voor de boerenleenbanken aangesloten bij de
Centrale Bank van Eindhoven beliepen de overeenkomstige
percentages resp. 50% voor de oorlog en 84% laatstelijk na
de oorlog. Deze concentratie van middelen bij de Centrale
Banken heeft tot gevolg gehad, dat deze een factor van bete
kenis zijn geworden op geld- en kapitaalmarkt. Daarmede zijn
evenwel de beide boerenleenbankorganisaties ook in sterke
mate afhankelijk geworden van de door de Overheid bevor
derde lage rentepolitiek. Dienovereenkomstig is de rente,
die door de boerenleenbanken over toevertrouwde spaar
gelden wordt vergoed ook lager dan ooit in de geschiedenis
van het Nederlands boerenleenbankwezen is voorgekomen.
De creditrente op spaarrekening bij boerenleenbanken be
loopt thans 2j4voor leden en 2.16% voor niet-leden.