7618
boerenleenbanken in Nederland gevestigd, hetgeen bete
kent dat er in Nederland meer boerenleenbanken dan ge
meenten zijn. De boerenleenbanken zijn nagenoeg allen
hetzij aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-
bank te Utrecht (733) dan wel bij de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven (583). De organisatie en werk
wijze van de boerenleenbanken aangesloten bij Utrecht en
van die aangesloten bij Eindhoven ontlopen elkander niet
veel. De boerenleenbanken van Eindhoven stellen zich over
eenkomstig de lidmaatschapseis, zoals die in de statuten is
neergelegd, op positiet-christelijk standpunt; bij de crediet-
verlening beperken zij zich tot land- en tuinbouw. De boe
renleenbanken aangesloten bij de Centrale Bank van Utrecht
ontwikkelen zich meer tot dorpsbanken, die ook de finan-
ciering van de kleine middenstand en de kleine industrie tot
haar taak rekenen.
De stoot tot de oprichting in Nederland van boerenleen
banken werd gegeven door de groot-landbouwcrisis op het
einde van de vorige eeuw. Het snelle herstel, dat land- en
tuinbouw daarna te zien gaven alsmede de toenemende be
hoefte aan bedrijfskapitaal bij de intensivering van het land
en tuinbouwbedrijf, die toen inzetten, bevorderden de groei
en ontwikkeling der boerenleenbanken. Al spoedig deed
zich dan ook de behoefte gevoelen aan samenwerking der
boerenleenbanken in een of meer Centrale Banken.
b. Organisatie en werkwijze der Centrale Banken.
In tegenstelling met de plaatselijke boerenleenbanken, die
de onbeperkte aansprakelijkheid van haar leden als kapitaals
grondslag der vereniging kennen, zijn de leden der Centrale
Banken, dit zijn de boerenleenbanken, beperkt aansprakelijk.
De Centrale Bank fungeert als de centrale kas voor de aan
gesloten boerenleenbanken. De overtollige middelen der
boerenleenbanken worden bij de Centrale Bank afgestort
en, indien zij daaraan voor haar financieringstaak behoefte
hebben, kunnen de boerenleenbanken door credietopneming
op de Centrale Bank terugvallen. De plaatselijke boerenleen
banken zijn voorts aan de controle en het toezicht van de
Centrale Bank onderworpen. In feite fungeren de Centrale
Banken ook als de beleggingsinstellingen voor de overtol-