7611
geld te worden gebonden en voor zover het blijvend over
vloedig was, te worden vernietigd. De hootdgedachte van
de geldsanering was al het papiergeld buiten omloop te stel
len en de waarde daarvan tegoed te schrijven op geblok
keerde rekening bij de inleveringskantoren, waaronder naast
de handelsbanken ook de boerenleenbanken waren begre
pen.
Door deblokkering overeenkomstig richtlijnen van De Ne-
derlandsche Bank, aanvankelijk alleen voor loon- en rente
betaling, werd geleidelijk het nieuwe geld in het verkeer
gebracht. Vervolgens werd ook voor de financiering van het
goederenverkeer geblokkeerd geld vrijgegeven, totdat in
de loop van 1946 voldoende geld in omloop bleek.
Het merendeel van het toen nog resterende geblokkeerd
geld werd vervolgens omgezet in Staatsschuld, voor zover
dit niet ten behoeve van de fiscus was zekergesteld voor de
voldoening van de inmiddels opgelegde vermogensaanwas-
belasfing van 50% en de heffing ineens van 20% op alle
vermogens. Geconstateerd mag worden, dat door het geheel
van de geldsaneringsmaatregelen, die slechts zeer in het
kort konden worden aangeduid, ondanks de in het herstel
van het land ondervonden tegenslagen, mede veroorzaakt
door de onzekere situatie in Indonesië, spoedig een zoda
nig monefair-evenwicht kon worden bereikt, dat op basis
daarvan op vreedzame wijze de terugkeer van voorspoed en
welvaart kon worden bevorderd. Bij de ordening van de
Nederlandse geldhuishouding speelden ten plattelande de
boerenleenbanken, die waren ingeschakeld bij het gehele
geldsaneringsproces, zowel bij de geldinlevering als bij de
blokkering en deblokkering, een grote rol.
3. De markt- en prijspolitiek op het gebied van de Neder
landse landbouw.
Met de grote crisis van de jaren 1930 e.v., toen door de
ineenstorting van de wereldmarkten de Nederlandse land
en tuinbouw zijn prijsbasis geheel verloor, zijn een aantal
z.g. landbouwcrisismaatregelen in het leven geroepen, die
Mededelingen in dit hoofdstuk zijn ontleend aan nota no. 59 van
het Landbouw Economisch Instituut.