7569 aangesloten boerenleenbanken, en verder al degenen, die ingevolge onze uitnodiging of krachtens hun functie in onze organisatie deze vergadering bijwonen, een hartelijk welkom te kunnen toeroepen. Het jaarverslag, mijne heren, dat U is toegezonden, begint met een terugblik te werpen op de herdenking van het vijf- ligjarig bestaan onzer Bank en de daaraan verbonden luister rijk geslaagde landbouwtentoonstelling. En inderdaad heb ben wij alle reden om met grote voldoening terug te zien op ons gouden jubileum en de daarbij gehouden tentoon stelling, die zoals terecht in het verslag wordt gezegd dank zij het grote bezoek van boeren en tuinders en dank zij de medewerking van overheid, organisaties en instellin gen, en ik mag er wel bijvoegen, dank zij ook het schitte rende zomerweer, waarmee de Hemel onze feestviering heet; willen begunstigen een manifestatie is geworden van het scheppende vermogen van boeren en tuinders en van hun organisaties en van hun eensgezinde wil om het boeren- en tuindersbedrijf te maken tot een steeds ruimer vloeiende bron van vaderlandse welvaart. Maar dit niet alleen, mijne heren. Een der grote voordelen van de luisterrijke viering van ons gouden jubileum is ook dat duidelijk is komen vast te staan, zowel door de zonder enige terughouding afgelegde verklaringen van de hoogste en meest competente autoriteiten in den lande op landbouw kundig en financiëei gebied, als door de algemene en en thousiaste deelname aan ons feest van de zijde van de be volking van het platteland, dat ons boerenleenbankwezen thans geheel is volgroeid, dat het een algemeen erkende en onbetwiste positie in de financiële structuur van ons land heeft ingenomen en vaste en diepe wortels heeft geschoten in het georganiseerde leven van onze gehele landbouwende bevolking in de meest uitgebreide zin van het woord, zodat wij met groot vertrouwen op Gods zegen, die gedurende de afgelopen vijftig jaren ons deel is geweest, ook de toekomst, al moge die overigens in velerlei opzicht nog zo weinig hoopgevend zijn, met de beste verwachtingen kunnen tege moet gaan. Aangezien het mij bekend is, dat de voorzitter van het bestuur onzer Centrale Bank het woord tot U zal richten, om:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 3