7595 werd onze aandacht gevraagd voor de herbouw in de door oorlogsgeweld zwaar geteisterde Betuwe. De diverse Ge meentebesturen aldaar hebben tot samenwerking besloten om in het bijzonder de bouw van tuinderswoningen, kleine middenstands- en arbeiderswoningen zo vlot mogelijk te doen verlopen. Zij vertrouwen daarbij op de medewerking van de boerenleenbanken. Naar onze mening kan deze gerust worden verleend, ook indien het betreft de financiering van de herbouw van arbeiders- en middenstandswoningen. Finan cieel liggen deze gevallen ongeveer als volgt: de herbouw kosten worden begroot op 20.500.per geval. Daarvoor geldt het navolgende financieringsschema: Rijksbijdrage3.260. Rendabel gedeelte onder aftrek van de Rijks bijdrage 3.640. Onrendabel gedeelte13.600. De financiering van deze herbouw kan nu plaats vinden hetzij op basis van artikel 71 van de Wet op de Materiële Oorlogsschade dau wel door toepassing van artikel 72 van deze Wet. In het geval van artikel 71 wordt van Rijkswege verleend een rentebijdrage ad 4% over hef totale bedrag van het onrendabel gedeelte. In het geval van artikel 72 wordt 90% van het onrendabel gedeelte van Rijkswege in eens op tafel gelegd. We zullen thans zien hoe de financie ring in elk dezer beide gevallen verloopt. Bij de toepassing van artikel 71 moet worden gefinancierd: Hef overblijvend rendabele gedeelte, dat niet door de Rijksbijdrage wordt gedekt 3.640. Het onrendabele gedeelte 13.600. In hoeverre kan nu hierin door de Boerenleenbank worden voorzien? De verkoopwaarde van het nieuw te bouwen huisje kan op basis van de nieuwe richltijnen inzake taxaties worden ge taxeerd met toepassing van de huurvoorschriften. Stellen wij de waarde van de grond op 2.100.Bij vrijheid van huur- Totaal 20.500, Totaal 17.240.—

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 29