7584 bouw. Wat ervan zij: de tering zal weer naar de nering moe ten worden gezet; als het niet komt uit de lengte van de toenemende bedrijvigheid, dan zal het af moeten van de te ring van het maatschappelijk verbruik. Gelukkig weten wij inmiddels onze boerenleenbanken paraat en sterk en zullen zij ook weten vooruit te boeren, indien het economisch getij minder gunstig zou worden. Maar laten we voor die tijd niet alleen behoeven te steunen op de toewijding en de werk kracht en de bekwaamheden, die onze boerenleenbanken kenmerken; laten wij ervoor zorgen, dat voor die tijd ook de financiële reserves van onze boerenleenbanken sterk zijn, want de ervaring van vroegere tijden heeft ons geleerd, dat een stevig appeltje voor de dorst dan niet kan worden ge mist. Hierbij denk ik in het bijzonder aan de reservevorming van onze boerenleenbanken, die ik nog eens heel bijzonder in de aandacht van onze beheerders zou willen aanbevelen. Boer en tuinder en hun organisaties en instellingen stellen hun vertrouwen op onze boerenleenbanken; deze zullen dat vertrouwen stellig niet behoeven te beschamen; met succes zal wederom een beroep op de boerenleenbanken kunnen worden gedaan, indien inmiddels voor krachtige financiële reserves is gezorgd. Ook uit dit oogpunt kan een verdere uitbreiding van zaken van de boerenleenbank door een uit zetting der beleggingen eventueel ook buiten de landbouw naast een voorzichtige rentepolitiek van grote steun zijn. De door de boerenleenbanken aan de Centrale Bank toe vertrouwde middelen waren op het einde van het verslagjaar ten opzichte van het voorafgaande gedaald met rond f 6 millioen. Wij kunnen hierin noch een gunstig noch een ongunstig teken zien. De ontwikkeling immers van de z.g. beschikbare middelen bij de Centrale Bank is afhankelijk enerzijds van de aan de boerenleenbanken toevertrouwde gelden en anderzijds van de eigen uitzettingen van de boe renleenbanken, hetzij in de vorm van credieten of van voor schotten. Ten aanzien van deze beide lijnen van ontwikke ling nu staan wij op het standpunt, dat wij niets liever zien dan dat beide zich zo hoog mogelijk bewegen, ook dus

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 18