7578 dere medewerkers van de Stichting Landbouwtentoonstel ling die, al moge hun ook teleurstellingen niet zijn bespaard gebleven, mogen weten, dat opzet en doel van de tentoon stelling, t.w. de lering van boer en tuinder en de demonstra tie van wat onze organisaties kunnen, volkomen geslaagd mag worden beschouwd. Ook wensen Bestuur en Raad van Toezicht nogmaals hun dank en erkentelijkheid uit te spre ken jegens de Boerenbonden, die onder leiding van de Ka tholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond hun krach tige medewerking verleenden aan de tot stand koming der tentoonstelling, evenals jegens de verschillende economische instellingen van de georganiseerde landbouw, die zo traai en royaal uitkwamen. Ik reken mij daarbij verplicht in het bijzonder lot te brengen aan de Noord-Brabants Christelijke Boerenbond, in wiens werkgebied de tentoonstelling werd gehouden en die met het oog daarop toestond, dat voor dat jaar het tentoonstellingswerk van de N. C. B. door de Stich ting Landbouwtentoonstelling werd overgenomen. Onder de voortvarende leiding van zijn jonge boeren-consulent, Ir. Wellen, die deel uitmaakte van het tentoonstellingsbestuur, gaven de jonge Boerenbonden van de N. C. B., evenals vele bonden van jonge boerinnen onder aanvoering van de boe- rinnenleidsters, hun graag geziene medewerking, waardoor zij op de hoogtijdagen van de Landbouwtentoonstelling on gekende charme en kleur en leven aan het imposante geheel wisten te geven. Ook hun zij daarvoor onze dank gebracht. Tenslotte, maar niet in de laatste plaats, gaat nogmaals onze dank uit naar het Ministerie van Landbouw te 's-Graven- hage, de Regeringsinstanties van België en Luxemburg en naar de Belgische Boerenbond voor hun medewerking aan de eerste Benelux Landbouwtentoonstelling. Ook de gemeen te Eindhoven willen wij onze dank voor haar medewerking niet onthouden. Met dit dankwoord nemen wij afscheid van de herden king van het 50-jarig bestaan van onze Centrale Bank en van de Landbouwtentoonstelling, welke vierdagen voor hen, die ze beleefden, onvergetelijk zullen blijven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 12