7533
rissen en 44.2%» voor de overige groepen. Nog andere be
rekeningen bracht de President te berde, nl. dat de gemiddel
de levensstandaard van een Nederlands arbeidersgezin met 2
kinderen in November 1948 in vergelijking tot het peil in
October-November 1939 109°/o bedroeg en voor een gezin
met drie kinderen 114j^%. Hieruit trok de President de con
clusie, dat, wanneer thans verlaging van het verbruikspeil
noodzakelijk zou zijn, die verlaging door de gehele bevol
king zou moeten worden gedragen en het niet mogelijk zou
zijn deze slechts op de hogere inkomens af te wentelen, daar
de laatsten tot nu toe door de oorlog het zwaarst zijn
getroffen.
In een volgend artikel zullen wij het antwoord van arbeids-
zijde op deze stellingen van de President van De Nederland-
sche Bank behandelen.
(wordt vervolgd).
LANDBOUW-ECONOMISCH NIEUWS.
Fondsvorming Zuivel.
Na maandenlange besprekingen heeft het Bedrijfschap
voor Zuivel besloten tot oprichting van een zgn. zuivelfonds,
dat een onderdeel vormt van het Landbouwegalisatiefonds,
doch afzonderlijk wordt geadministreerd. Voor hef melkjaar
November 1949 - November 1950 werd door de Overheid
een melkprijs gegarandeerd van 17.75 ct. per kg. melk van
3.5%, begin 1950 in verband met de 5% loonsverhoging tot
18 ct. verhoogd. Deze garantie is gegeven voor de melk in
hef algemeen en niet voor de verschillende producten afzon
derlijk, welke uit melk worden bereid. Krachtens deze toe
zegging is de Overheid verplicht ervoor te zorgen, dat de
gemiddelde melkprijs in het melkjaar 1949-'50 niet beneden
de 18 ct. per kg. ligt. Hoe de gemiddelde opbrengsten van
de verschillende zuivelproducten afzonderlijk in dit melk
jaar zijn, is met betrekking tot de Overheidsgaranfie van geen
betekenis, doch alleen de gemiddelde prijs van alle melk is
beslissend.
Wanneer er geen speciale maatregelen getroffen wer
den, zou het zeer wel mogelijk zijn, dat de gemiddelde op-