7531 halve hef dekkingspercentage van 1938 werd overschreden. Als gunstige factor kan nog hierop worden gewezen, dat deze ontwikkeling geenszins het resultaat was van een afneming van de invoer eerder het tegendeel was het geval doch van een sterke stijging van de uitvoer. Hef betalings-balans- tekort op lopende rekening onderging dan ook in het eerste halfjaar van 1949 een niet onbelangrijke vermindering. Alhoe wel de cijfers nog nief geheel precies bekend zijn, mag wor den aangenomen, dat dit tekort op jaarbasis gesteld 670 millioen zal bedragen tegen 951 millioen in 1948. Deze cijfers betreffen echter slechts het tekort op lopende rekening; voor de bepaling van het totale tekort op de be talingsbalans dienen nog te worden bijgeteld de aflossingen op buitenlandse schuld alsmede de z.g. credietverlening aan het buitenland, waaronder in het bijzonder vallen de aan Indonesië verleende credieten. Houdt men ook hiermede re kening, dan zal het totale betalingsbalans-tekort voor het jaar 1949 dienen te worden gesteld op circa 1.3 milliard waar van 728 millioen in dollars, tegen 1.2 milliard in 1948, waarvan 1 milliard in dollars. Het is wel diep teleurstellend, dat ondanks het krachtig herstel van de productie hef tekort op de betalingsbalans zo ontstellend groot is gebleven. Dit betekent, zoals de President van De Nederlandsche Bank het heeft uitgedrukt, dat wij voor een bedrag van 1.3 milliard meer verbruiken en investeren dan wij zelf produceren. Dit betekent ook, dat, daar wij prac- tisch geen dollarwaarden meer ten verkoop kunnen aanbie den, het Nederlandse volk op andermans zak moet leven. Wij zijn geworden de armlastig geworden voorheen rijke familie, die in de loop van 1948 nog voor 388 millioen aan buiten landse waarden heeft kunnen verkopen om van te leven, waarvoor in de loop van 1949 nog maar ongeveer 80 mil lioen ter beschikking stond; hiermede zijn de voor verkoop in aanmerking komende reserves practisch uitgeput en de Marshall-hulp heeft ons dan ook voor dit jaar moeten redden. Niet minder dan 1.3 milliard hebben wij aan z.g. E.C.A.- hulp in de loop van 1949 geind; m.a.w. voor dit bedrag heb ben wij grondstoffen en machines geimporteerd uif andere landen, die de rijke oom in Amerika heeff betaald.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 5