7530 De landbouw komt voor 1949 wel met zeer verblijdende cijfers uit de bus; voor nagenoeg alle gewassen lag de op brengst per ha. niet alleen beduidend boven die van de periode 1946 tot en met 1948, doch ook boven de gemiddel de opbrengst per ha. in de periode 1930 tot 1939. Mede als gevolg van het gunstige jaargetijde overschreed de arbeids productiviteit in de landbouw in de loop van het jaar 1949 reeds die van voor de oorlog. Ook de zuivelproductie steeg in de loop van 1949 aanzienlijk. Tot zover enige cijfer-gegevens omtrent de ontwikkeling van de productie. Tegenover de stijging van de productie is evenwel ook in de jaren 1946, 1947 en 1948 de reële con sumptie, waaronder te verstaan het goederen-verbruik, aan zienlijk gestegen. Het merkwaardige feit valt echter te con stateren, dat in de eerste 8 maanden van 1949 de consumptie een dalende tendenz begon te vertonen. Zoals later nog zal blijken behoeft hierin geen ongezond verschijnsel te worden gezien: de inhaalvraag bleek meer en meer voldaan en over de gehele lijn begon hef Nederlandse volk zich te realiseren, dat wederom de tering naar de nering diende te worden gezet. In elk der eerste 8 maanden van 1949 was zowel het totale werkelijke verbruik als het werkelijke verbruik per hoofd geringer dan in de overeenkomstige maand van 1948. Over de prijsontwikkeling kan worden opgemerkt, dat het algemeen indexcijfer der groofhandelsprijzen in de eerste 8 maanden van 1949 een zeer geleidelijke daling vertoonde. In September trad een lichte stijging in. Het totale prijs-index- cijfer van het gezinsverbruik vertoonde tot medio Juni een geleidelijke stijging. Sindsdien daalde echter ook dit index cijfer, voornamelijk als gevolg van een prijsdaling van enkele voedingsmiddelen. Vooral het handelsverkeer met het buitenland ontwikkelde zich gedurende 1949 over het algemeen gunstig. Het dek kingspercentage dit is de waarde van de uitvoer uitgedrukt in procenten van de invoer lag sinds Augustus boven het niveau van 1938 (circa 74%). Bedroeg dit dekkingspercen tage over het jaar 1947 44% en over het jaar 1948 55%, het eerste en het tweede kwartaal van 1949 lieten reeds cijfers zien van resp. 63 en 65%, terwijl in het derde kwartaal van 1949 het dekkingspercentage 75% bedroeg, waarmede der-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 4