7548
mocht krijgen geblokkeerd te houden. Deze blokkering moet
voortduren totdat ofwel het beslag weder wordt opgeheven,
ofwel de Boerenleenbank tot afgifte van het tegoed aan de
beslagleggende partij zal veroordeeld zijn. Aan zulk een
vonnis tot afgifte behoort echter vooraf fe gaan een schrifte
lijke verklaring betreffende het tegoed, dat de boerenleen
bank onder zich heeft, door haar bestuur af te leggen voor de
rechtbank door tussenkomst van een procureur. Daarom is
het dringend nodig, dat zulk een exploit onmiddellijk na de
betekening ter advies wordt doorgezonden naar de Centrale
Bank. Daarmede mag onder geen beding worden gewachf,
zelfs niet tot na de eerstvolgende bestuursvergadering. Dik
wijls toch moeten als gevolg van het exploit op korte ter
mijn maatregelen worden getroffen, waarvoor het misschien
te laat zou worden, indien de kassier de zaak eerst nog in
het bestuur zou ter tafel wilen brengen. Dit geldt trouwens
voor alle exploiten zonder onderscheid, dus ook voor andere
dan die waarbij onder de Bank wordt beslag gelegd.
Ons is gebleken, dat nog lang niet alle kassiers van de
dringende noodzakelijkheid daarvan voldoende zijn door
drongen. Zo werd onlangs bij de inspectie van een onzer
Boerenleenbanken het volgende ervaren.
Op 25 October 1949 werd onder de betrokken Boerenleen
bank beslag qelegd op het tegoed van een harer cliënten.
Op 5 November 1949 volgde een tweede exploit, houdende
aanzegging aan de Boerenleenbank, dat haar cliënt ten ver
zoeke van de beslagleggende partij was gedagvaard om
het gelegde beslag te horen van waarde verklaren.
Op 23 Januari 1950 werd de betrokken Boerenleenbank
zelf gedagvaard om voor de rechfbank verklaring af fe
leggen omtrent de bedragen welke de cliënt te wiens laste
het beslag was gelegd, van haar fegoed had.
In plaats van elk dezer exploiten onmiddellijk na de bete
kening daarvan om advies door te zenden naar de Centrale
Bank, meende de betrokken kassier ze voor kennisgeving te
kunnen aannemen, zodat ze zonder meer ter zijde werden
gelegd. Toen dan ook de dag aanbrak waarop de Bank ter
terechtzitting moest verschijnen, werd verzuimd de van haar
geëiste verklaring af te leggen. Wat was het gevolg van
dit verzuim?
