7545
gemoetkomingen in de prijsstijging en niet om vergoeding
van oorlogsschade. Daartegenover zullen zij wel onder de
verzekering brengen de bijdragen in de kosten van herstel
van huizen, die tot 3.000.hetzij geheel worden vergoed
dan wel onder aftrek van een percentage, dat afhankelijk is
van de aanslag in de vermogensbelasting. Voor het verschil
tussen de bijdrage op grond van het oude besluit en het
zo-even bedoelde vergoedingsbedrag wordt door de nieuwe
wet een aanvullende bijdrage verleend. Hetzelfde geldt
voor de kleine woning of het klein bedrijfspand, waarvan de
schadevergoeding door een aanvullende bijdrage tot de
vervangingswaarde wordt opgetrokken. Moeten nu ook
deze aanvullende bijdragen onder de verzekering worden
begrepen? De wet beoogt nu blijkbaar deze moeilijk
heid op te lossen en bepaalt, dat de verzekeraar alleen
ten aanzien van de huisraadschade zowel bijdrage als aanvul
lende bijdrage in mindering mag brengen, terwijl in de ove
rige gevallen slechts de bijdrage mag worden afgetrokken
en geen rekening mag worden gehouden met de verhoging
van die bijdragen tot de vervangingswaarde, met een aanvul
lende bijdrage, me! een uitgestelde bijdrage of met andere ver
goedingen in schade. Deze regeling zou evenwel somtijds
dubbele schadevergoeding ten gevolge kunnen hebben en
dus onbillijk zijn. Intussen is in verzekeringskringen de vraag
gerezen of de Minister zijn bedoeling duidelijk genoeg in de
wet heeft neergelegd en of de tekst van de wet de polis
voorwaarden van de onderlinge molesfverzekeringen niet on
aangetast laat, in welk geval de Maatschappijen toch alle uit
keringen, die vergoeding van schade betreffen, in mindering
zouden moeten brengen zij het niet op grond van de wet
dan op grond van de verzekeringsvoorwaarden, die een an
dere verrekening verplicht zouden voorschrijven. Om dit twij
fel p u n f op te heffen zal zo nodig een proefprocedure worden
gevoerd, op de uitslag waarvan de meeste molestverzekerings-
maatschappijen zullen wachten alvorens tof het doen van uit
keringen over te gaan. Een uitstel van betaling behoeft hier
van echter niet te worden geducht. Het ligt nl. in de bedoe
ling de onderwerpelijke rechtsvraag ineens aan de hoogste
rechter voor te leggen en voorts mogen wij niet vergeten,
dat ook bij de beperkte toepassing van hef verzekerings-