7541 vindf binnen het kader van een van staatswege goedgekeurd herbouwplan van een gemeente en de Minister heeft in de Kamer verklaard dat herstel of herbouw van een boerderij sleeds geacht zal worden te strekken tot het algemeen belang. Voor de gedupeerden die schade leden aan grotere wo ningen of grotere bedijfspanden hangt het geheel af van de beoordeling van de Minister of zij voor de genoemde financieringsfaciliteiten in aanmerking komen. Dikwijls zal niet aangetoond kunnen worden dat zulks in het algemeen belang is te achten; deze gedupeerden zouden dus met de toege kende Rijksbijdrage genoegen moeten nemen. Dit heeft men als een onbillijkheid aangevoeld die des te zwaarder woog, naarmate de gedupeerde minder vermogend was en dus minder in staat de geleden schade uit eigen reserves te herstellen. Om ook deze gedupeerden de weg tot herstel of herbouw begaanbaar te maken, kent de Wet hun een recht toe op een aanvullende bijdrage, die voor degenen wier zuiver vermogen voor de vermogensbelasting in het jaar 1947 op 50.000.of minder is gesteld éénmaal de kosten van herbouw of herstel naar de maatstaf der prijzen van A4ei 1940 bedraagt, terwijl voor de gevallen waarin dit ver mogen rneer dan 50.000.bedroeg slechts een gedeelte van dit bedrag als aanvullende bijdrage wordt toegekend, welk deel steeds kleiner wordt naarmate het vermogen gro ter was en bij een vermogen van 500.000.vier/tien de bedraagt; gedupeerden met een vermogen boven 500.000.komen voor de aanvullende bijdrage niet in aanmerking. Tenslotte wordt de aldus vastgestelde aanvullen de bijdrage steeds verminderd met 500.Het valt op, dat hier voor het bepalen van de aanvullende bijdrage niet, zoals wij bij de huisraadschade gezien hebben en bij de be- drijfsuitrusting nog zullen zien, de bijdrage als grondslag is genomen. Dit valt te verklaren uit het feit dat de bijdrage voor verwoeste panden doorgaans is vastgesteld op de ver koopwaarde van Mei 1940; de verkoopwaarde nu wordt be- invloed door allerlei factoren, waaronder de ligging van het pand en de mate waarin het courant is. Dikwijls zal de verkoopwaarde per 9 Mei 1940 van een pand aanmer kelijk hoger of lager zijn dan de prijs waarvoor het op die datum gebouwd kon worden. Daar de aanvullende

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 15