7540 RECHT EN WET. De Wet op de Materiëïe Oorlogsschaden. (SlotJ. In ons vorig artikel gaven wij een kort overzicht van de verschillende wijzen waarop de Wet aan gedupeerden, die oorlogsschade aan gebouwd onroerend goed hebben ge leden en tot herstel ot wederopbouw wensen over te gaan, tegemoet komt. Wij hebben dit artikel, dat voor het kader van onze Mede delingen van zeer lange adem was, afgebroken op het ogen blik dat de lezer zich althans van de regeling voor boer derijen en de kleine en middelgrote woningen en bedrijfs panden een globale voorstelling kon vormen. De sluifsteen in de regeling hebben wij echter onbesproken gelaten en hoewel dat onderdeel voor de boerderijen niet van belang is, zullen wij het hier toch behandelen, omdat voor het goed begrip der delen een inzicht in het geheel wordt vereist. Tot nu toe zagen we, dat voor de kleinere schadegevallen en de schade geleden door degenen, die slechts een klein vermogen hadden, de bijdrage in schade aan gebouwd on roerend goed kon worden herzien en practisch gebracht op het bedrag der werkelijk geleden schade. Voor de overige gedupeerden wordt de mogelijkheid geopend tot het ver krijgen van credieten, die na 10 jaar geheel of gedeeltelijk in een uitgestelde bijdrage kunnen worden omgezet; in plaats van crediet en uitgestelde bijdrage kan ook direct aanvul lende bijdrage worden verleend. Op al deze financiële fa ciliteiten in enigerlei vorm kunnen echter alleen recht doen gelden de gedupeerden, die overgaan tot herstel van een woning, tot herbouw van een woning van 1000 M3 of min der of tot herbouw of herstel van kleinere bedrijfspanden, waaronder worden verstaan alle bedrijfspanden waarvan de bouwkosten per 9 Mei 1940 niet meer dan 30.000.zou den hebben bedragen. Daarnaast heeft de Minister de be voegdheid deze tegemoetkoming ook in andere gevallen te verlenen, wanneer hij het herstel of de herbouw in het al gemeen belang acht; de wet bepaalt de wet bepaalt dat dit algemeen belang aanwezig is wanneer de herbouw plaats

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 14