7483 in 1949 ruim 1,3 milliard tegenover 844.000.000.in 1948. Vooral de export van dierlijke producten toonde een aanzienlijke stijging namelijk van 326.000.000.tot 708.000.000.waarvan boter 226.000.000.leverde. De geldbeweging bij de boerenleenbanken gedurende 1949 weerspiegelt geheel de gang van zaken in het land- en tuinbouwbedrijf, zoals die in het voorafgaande kort werd be schreven. De omzetten van ontvangsten en uitgaven op spaarrekeningen, lopende rekeningen en voorschotrekenin gen lagen in het afgelopen jaar op hoog peil. Een en ander moge blijken uit het navolgende OVERZICHT VAN DE OMZETTEN OP VERSCHILLENDE RE KENINGEN BIJ BOERENLEENBANKEN: OMZETTEN (in duizenden guldens) Ontvangsten Uitgaven Spaargelden 1948 1949 1948 1949 1e kw. 42.000 49.255 42.500 51.380 2e kw. 55.300 72.425 78.225 76.715 3e kw. 55.950 53.360 60.200 48.875 4e kw. 74.430 71.460 59.550 53.330 227.680 246.500 240.475 230.300 Lopende rekening 1e kw. 65.200 90.170 70.750 99.000 2e kw. 114.400 142.655 109.350 143.720 3e kw. 125.235 157.300 117.870 145.720 4e kw. 100.015 133.125 113.550 141.560 404.850 523.250 411.520 530.000 Een nadere beschouwing van deze cijfers doet zien hoe het lopende rekeningverkeer bij de boerenleenbanken ge groeid is. Stellen wij eens tegenover de cijfers van 1948 en 1949 de overeenkomstige cijfers van de jaren 1938 en 1939. Zowel de onfvangsfen als uitgaven op de lopende rekeningen lagen in die jaren op een bedrag van rond 28.000.000.hetgeen iets meer was dan de helft van de ontvangsten en uitgaven op spaarrekeningen. In 1948 en 1949 nu zien wij een geheel ander beeld. In die jaren

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 5