7516
Rekeningen van nief-ingezeJenen. (Vervolg).
In het vorige nummer van de Maandelijkse Mededelingen
schreven wij over het doe! en de betekenis van de voor
schriften, die gelden voor rekeningen van niet-ingezetenen.
In dat verband gaven v/ij een toelichting bij de algemene
regel, dat zonder voorafgaande vergunning van De Neder-
landsche Bank N.V. op deze rekeningen geen boekingen mo
gen plaatsvinden. Thans zullen wij een uiteenzetting geven
van de wijze waarop De Nederlandsche Bank die vergunnin
gen verleent en van haar controle op de naleving van de
geldende voorschriften.
Oorspronkelijk moest voor iedere boeking op een rekening
van een niet-ingezetene een schriftelijke vergunningsaan
vrage worden ingediend, zoals het ook nu nog in vele ge
vallen is vereist. De voornaamste gegevens, die bij dergelijke
aanvragen moeten worden verstrekt, zijn:
a. de reden, waarom de betreffende betaling ten gunste of
ten laste van de rekening van den niet-ingezetene zal
moeten geschieden;
b. de nationaliteit en het land van inwoning van den niet-
ingezetene, die bij deze betaling is betrokken.
Waarom dit de belangrijkste gronden zijn, waarop De Ne
derlandsche Bank de haar overgelegde aanvragen beoor
deelt, zal terstond duidelijk zijn indien men voor ogen houdt,
dat iedere betaling, die loopt over een rekening van een
niet-ingezetene, hetzij direct hetzij indirect onze deviezen-
posife raakt en derhalve getoetst moet worden aan de beta-
lingsovereenkomsfen die met het buitenland zijn afgesloten
en aan het beleid dat tegenover ieder dier landen wordt
gevolgd.
Vooral deze befalingsaccoorden brengen vele gevolgen
mede. Met bijna ieder land, waarmede ons land in de loop
der jaren betrekkingen aanknoopte, is een afzonderlijke be
talingsovereenkomst afgesloten; met elk land is het betalings
verkeer afzonderlijk (en telkens weer op een enigszins andere
wijze) geregeld. De hoofdinhoud van die befalingsaccoorden
komt steeds hierop neer, dat aangegeven wordt, welke soor
ten van betalingen in deviezen zullen geschieden; heel vaak
is daarbij overeengekomen, dat personen van de Neder-