7515 «ganisatie, naar de Coöperatieve Zuivelfabrieken, de Aan- en Verkoopverenigingen, enz. Reeds in 1910 begon men met de oprichting van Coöpe ratieve Dorsverenigingen, welke voornamelijk in Groningen, Drente, Overijsel en Gelderland tot stand kwamen. In 1949 werden 256 op coöperatieve grondslag werkende dorsvereni gingen geteld. Sedert 1946 werden Coöperatieve Landbouw werktuigenverenigingen opgericht. Naast deze werken nog Coöperatieve Aan- en Verkoopverenigingen op dit gebied, vooral in Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel. In de maand Juli 1949 waren er in ons land 234 Coöpera tieve Landbouwwerktuigenverenigingen. Sedertdien vertoont dit aantal nog een aanmerkelijke stijging. Onderstaande optelling geeft weer, hoe de groei en de samenstelling hiervan in de onderscheiden provincies was: 1946 1947 1948 1949 tot Aug. totaal Groningen 1 4 2 2 9 Friesland 9 8 5 22 Drente 2 2 2 6 Overijssel 6 4 10 Gelderland 17 39 2 58 Utrecht 2 10 2 14 Noord-Holland 2 1 2 5 10 Zuid-Holland 6 3 2 11 Zeeland 6 3 1 10 Noord Brabant 1 6 26 13 46 Limburg 8 21 9 38 Nederland 4 61 122 47 234 Hieruit blijkt wel zeer duidelijk, dat de kleine bedrijven op de zandgronden in Gelderland, Noord-Brabant en Limburg het meeste van de, thans nog bestaande, gunstige voorwaar den profiteerden. In het volgende artikel zullen we nader ingaan op de eisen, die aan een dergelijke coöperatie gesteld worden, alvorens de overheidspremie verleend wordt en de eisen die de Coö peratieve Centrale Boerenleenbank stelt, alvorens zij haar medewerking kan verlenen om tot credietverlening over te aan. Ook zal de verhouding Boerenleenbank tot Landbouw werktuigencoöperatie besproken worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 37