7513 Zwitserland Gemiddeld 1 trekker op 45 ha. cultuurgrond Zweden 1 75 ha. Denemarken 1 265 ha. Nederland 1 275 ha. Frankrijk 1 300 ha. Bij haar sociaal-economische politiek staat de overheid voor 2 moeilijkheden. Enerzijds wil men de beloning van de land- en tuinbouwers opvoeren, anderzijds wil men de prijs van het levensmiddelen-pakket zo laag mogelijk houden. De oplossing zou moeten zijn: meer producten voor dezelfde kosten of evenveel producten tegen lagere kosten. Beide moeilijkheden zijn slechts te verwezenlijken door het opvoeren van de arbeidsproductiviteit. En zulks zowel in het algemeen belang, als in het bijzonder belang van de land- en tuinbouwer zelf. Verhoging der arbeidsproductiviteit is op verschillende manie ren mogelijk. De 2 meest doeltreffende maatregelen zijn: 1'. grondiger voorlichting, waardoor een rationeel bedrijfs beheer bevorderd wordt. 2. verder doorgevoerde mechanisatie. Onze land- en tuinbouwvoorlichtingsdienst staat op een zeer hoog peil. Hoe langer hoe meer boeren en tuinders ma ken gebruik van mogelijkheden die deze dienst biedt. Blij kens de „Memorie van Toelichting op de Begroting van het dienstjaar 1950" ligt het in de bedoeling van de Minister om deze dienst op korte termijn nog te doen uitbreiden. Betreffende de mechanisatie van de land- en tuinbouw rees de vraag op welke wijze deze het best doorgevoerd kon worden. De grootste zorg bestond hier voor de kleinere bedrijven. De grotere werden over het algemeen al op een meer ratio nele manier geleid en het gebruik van landbouwwerktuigen nam op de grotere en vooral op de kapitaalkrachtiger bedrij ven sterk toe. Gezien de vakkennis, die onze boerenstand over het alge meen eigen is moeten we de beletselen, die de mechanisatie rn de kleinere boerenbedrijven ondervindt niet alleen uit on kunde en conservatisme trachten te verklaren. Integendeel, onze kleinere boeren zien in, dat het voor hen individueel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 35