7511 ken. Wij hebben hier fe doen mef een heffing van achter stallige belastingen op winsten, die eerst bij overlijden, indien het bedrijf door de erflater wordt beëindigd, blij ken. Hiervoor wil nu de fiscus de rekening presenteren op hef meest ongelegen ogenblik, t.w. het overlijden van degene, voor wiens rekening het bedrijf werd uitgeoe fend. Naar onze mening zal deze nieuwe regeling in ieder geval in deze zin moeten worden gewijzigd, dat heffing van deze achterstallige belasting achterwege blijft, indien de erfgenaam of erfgenamen, die de onderneming van de erflater voortzef(ten), de fiscale boekwaarde van de erflater aanhoudt (aanhouden). Voor de oorlogsslachtoffers is een nieuwe regeling voor gesteld in het wetsontwerp voor wat betreft de fiscale verantwoording van de bijdragen in de oorlogsschade, die hun van Rijkswege worden verleend. De regeling komt hierop neer, dat de bijdragen van Rijkswege, waar onder ook vallen vergoedingen of schadeloosstellingen, in haar geheel fiscaal vrij kunnen worden gereserveerd. Het gevolg van deze fiscale reserveringsmogelijkheid is, dat, nu bedoelde bijdragen niet tot de fiscale winst be hoeven te worden gerekend en zulks ook niet voor het bedrag, waarmede zij de fiscale boekwaarde overtreffen, zij in haar geheel van de fiscale winst kunnen worden af getrokken en naar een bijzondere reserve in de fiscale boekhouding kunnen worden overgebracht. Het blijft echter een uitstel van betaling; zolang evenwel het be drijf wordt uitgeoefend, zal van deze reserve geen be lasting worden geheven; eerst bij beëindiging van het bedrijf kan belasting verschuldigd worden. De mogelijk heid bestaat evenwel om in jaren, dat fiscaal verlies is geleden, deze verliezen op deze reserves af te schrij ven. De fiscale reservering van deze bijdragen dient te geschieden in het boekjaar 1950 of in een der volgende 5 boekjaren, voor zoveel de van Rijkswege toe te ken nen bijdragen in oorlogschade, vergoedingen en scha deloosstellingen daaronder begrepen, de boekwaarde van de verloren gegane of beschadigde objecten, ter zake waarvan de bijdrage verleend wordt, te boven gaat. Voor het meerdere dienen deze bijdragen te worden ge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 33