7503 kelijke grooffe gehandhaafd blijven en dan als uitgestelde bijdrage worden kwijtgescholden. Gebruik maken van de af koopregeling zou in zulk een geval dus betekenen, dat men een renteloze schuld, die na tien jaar zou kunnen worden kwijtgescholden, nu door voldoening van 10% afkoopt. Zulk een afkoop zou weilicht duurkoop moeten worden genoemd. Bij de herbouw van een burgerwoning of een bedrijfspand, waarbij op een sterke stijging der rentabiliteit gerekend kan worden, zal de mogelijkheid tot afkoop van groter belang zijn voor de getroffenen, dan bij herbouw van boerderijen. Resumerende kunnen wij ten aanzien van de schade aan gebouwd onroerend goed dus zeggen, dat volledige scha devergoeding slechts gegeven wordt voor lichte schadege vallen en voor niet-kapitaalkrachtige bezitters van kleinere panden, terwijl de overige getroffenen bij de herbouw of het herstel tegemoet gekomen worden met een crediet, dat gedeeltelijk renteloos is en niet behoeft te worden afgelost. Dit crediet kan echter worden afgekocht. (Wordt vervolgd). Het wetsontwerp belastingherziening 1950. In aansluiting aan de bespreking in het vorige nummer van onze Maandelijkse Mededelingen van de voorgenomen wij ziging van de ondernemingsbelasfing, dient thans het wets ontwerp belastingherziening 1949 fe worden besproken. Het betreft hier een reeds vroeger ingediend wetsontwerp, dat evenwel bij memorie van antwoord ingrijpend werd gewij zigd en in verband met de lange duur van de behandeling werd omgedoopt tot wetsontwerp belastingherziening 1950. Voor onze boerenleenbanken zijn de navolgende punten uit het wetsontwerp van belang: 1. de verlaging en de daarop volgende geleidelijke afschaf fing van de ondernemingsbelasting krijgen de belasting plichtigen niet cadeau. Van de belastingplichtige licha men, waaronder ook de Centrale Bank, evenals de an dere economische instellingen van de georganiseerde landbouw, en ook de boerenleenbanken vallen, wordt met ingang van het boekjaar 1949 een hoger tarief van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 30