7507 voorgesteld en door de regering werd overgenomen, een op lossing, welke bestaat in een afkoopregeling. Deze afkoop regeling komt hierop neer, dat aan de getroffene op diens verzoek in plaats van hel crediet en de uitgestelde bijdrage een aanvullende bijdrage kan worden verleend, waarvan de grootte wordt bepaald op 90% van het renteloze gedeelte van het crediet dat volgens artikel 71 had kunnen worden verleend. Ook hier bepaalt de Wet weer, wanneer men een recht heeft op de regeling en wanneer men hierom kan ver zoeken. Practisch gesproken zal men steeds recht op de af koopregeling kunnen doen gelden, wanneer men recht heeft op het crediet en de uitgestelde bijdrage. We mogen dus verwachten dat zij die hun boerderij herbouwen of herstellen recht kunnen doen gelden op de afkoopregeling, gezien de verklaring van de Minister dat deze personen voor het crediet en de uitgestelde bijdrage in aanmerking zullen komen. Bij gebruikmaking van de afkoopregeling zal het financierings schema voor de herbouw of het herstel van een boerderij er dus als volgt uitzien: a. de bijdrage (zoals eerst); b. de aanvullende bijdrage (90% van het renteloze crediet dat verstrekt had kunnen worden); c. de eigen bijdrage (zoals eerst 10% van het renteloze crediet dat verstrekt had kunnen worden). Degene die het renteloze crediet heeft afgekocht, heeft definitief met de Staat afgerekend. Hij is verlost van het on aangename gevoel dat de onzekerheid van wat hij uiteinde lijk nog aan de Staat moet terugbetalen hem bezorgt en hij heeft de mogelijkheid uitgesloten dat zijn boerderij door de Minister met hypotheek zal worden belast. Deze overwegin gen zuilen voor velen reeds voldoende zijn om van de gebo den gelegenheid tot afkoop gebruik te maken. Zuiver zake lijk gezien lijkf ons de afkoop-mogelijkheid voor boerderijen echter slechts aantrekkelijk voor die bedrijfsiypen, waar aan merkelijke stijging der rentabiliteit inderdaad te verwachten is. Dit zou misschien hef geval kunnen zijn voor de fruitteelt- bedrijven, maar in het algemeen kan zulk een verwachting niet worden uitgesproken. Wanneer de rentabiliteit echter niet stijgt, zal zoals boven uiteen werd gezet het rente loze deel der lening gedurende tien jaren op zijn oorspron-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 29