7498 gaan, we willen slechts er op wijzen, dat de Wet het resultaat is van een compromis, waar de gedachte van schadevergoe ding naar de mate waarin het economisch herstel van het land dit vordert, de overhand heeft behaald. Daarnaast heeft bij de ontwerpers van de Wet sterk de gedachte voorgezeten de kleine bezitter zoveel mogelijk schadeloos te stellen, en hen die nog vermogend zijn de schade gedeeltelijk zelf te laten dragen. Hiertoe heeft de Minister van Financiën, van wie gezegd kan worden, dat hij zijn persoonlijk stempel op deze Wet heeft weten te zetten, de slagzin gehanteerd: „De economisch zwakkeren behoeven niet te staan voor de eco nomisch sterkeren". De Minister wil geen zware belastingen opleggen aan de bevolking om daarmede de rijken onder de oorlogsslachtoffers, die een aanzienlijk deel van hun vermo gen behielden, in hun vroegere overvloed te herstellen. Ook over de innerlijke waarde van dit beginsel zullen wij hier niet in beschouwingen treden; wij constateren slechts dat het mede aan de Wet ten grondslag ligt. Dat bij zo'n groot meningsverschil omtrent de beginselen toch overeenstemming over de Wet is bereikt, is mede te danken aan het feit dat zelfs de meest verstokte verdedigers van het strikte recht op volledige schadevergoeding erken nen, dat deze rechten niet mogen worden gehonoreerd ten koste van een staatsbankroet en dat deze vergoeding, voor zover zij mogelijk blijkt, op de eerste plaats daar moet wor den gegeven, waar ook het algemeen belang dit eist. In het licht van het bovenstaande zal men de ingewikkelde regeling voor de huisraadschade, zoals wij die in ons vorig artikel in het kort schetsten, kunnen begrijpen. Het gold hier het so ciaal belang om de gedupeerden in hun eigen milieu te her stellen, waarbij een sobere inrichting de grens vormt tot waar toe schadevergoeding wordt gegeven. Het onroerend goed in de oorlogsschade-regeling. De werking van de beschreven beginselen uit zich ook bij de regeling van de schade aan onroerende goederen. Ten aanzien van gebouwd onroerend goed kunnen we op de eerste plaats constateren, dat de schadevergoeding op de zelfde wijze wordt vastgesteld als bij het Besluit op de Mate-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 20