7463
mogelijkheid rekening fe houden), dan worden de spaar
tegoeden van de niet-ingezetenen weer vrije deviezen. Hoe
groter dan dat totale bedrag zal zijn, des te moeilijker zal
dan voor ons land de overgang naar een vrij deviezenver-
keer zijn. Vandaar dan ook, dat de Nederlandsche Bank N.V.
eerder bereid zal zijn vergunning te verlenen voor debite
ringen wegens betaling in het binnenland, in het bijzonder
wanneer niet verwacht wordt, dat de niet-ingezetene die
betaling zal kunnen of willen verrichten in deviezen.
Uit het voorgaande is ook reeds duidelijk geworden, waar
om ook voor de creditering van rekeningen van niet-inge
zetenen toestemming van de Nederlandsche Bank is vereist.
Iedere bijschrijving op deze rekeningen betekent immers,
dat onze guldensverplichtingen tegenover hef buitenland
stijgen. En al uit zich deze stijging dan ook niet terstond in
een verslechtering van onze deviezenpositie, daar de ge
storte bedragen in het algemeen niet transferabel zijn, deze
stijging van onze guldensschuld aan het buitenland zal zeker
aanleiding geven tot grotere moeilijkheden bij de overgang
naar het vrije deviezenverkeer. Bovendien kan een derge
lijke creditering ook nog aanleiding geven tot direct devie-
zenverlies, doordat bepaalde betalingen in deviezen ach
terwege blijven juist door het bestaan van de spaartegoeden
van niet-ingezetenen in Nederland.
Wij menen in het voorgaande te hebben verduidelijkt, wat
het doel is van de voorschriften, die met betrekking tot de
rekeningen van niet-ingezetenen zijn uitgevaardigd, en hoe
men de betekenis ervan moet zien binnen het kader van de
economische toestand van ons land. In een volgend artikel
hopen wij nog een nadere uiteenzetting te geven van de
algemene voorschriften, die de Nederlandsche Bank N.V.
voor de rekeningen van niet-ingezetenen heeft uitgevaar
digd, alsmede van de wijze waarop zij controle uitoefent op
de naleving van deze voorschriften.