7453 worden benoemd die ressorteren onder de Ministeries van Financiën, van Wederopbouw en Volkshuisvesting of van Landbouw, Visserij of Voedselvoorziening. Door deze bepa ling wordt bereikt dat degenen die de Wet moeten toepas sen, niet tevens zullen worden geroepen om de juistheid van die toepassing te beoordelen. De rechtspositie van de oor logsslachtoffers is dus versterkt. (Wordt vervolgd). Geleidelijke afschaffing van de Ondernemingsbelasting. Zoals bekend is wordt de Ondernemingsbelasting gehe ven naar twee grondslagen: de bedrijfsopbrengst en het bedrijfskapitaal. De belasting naar de eerste grondslag is afhankelijk van het bedrijfsresultaat; de belasting naar de grondslag bedrijfskapitaal wordt echter in winst- en verlies- jaren gelijkelijk geheven naar het in de onderneming gesto ken kapitaal en moet dus ook bij tegenslag worden opge bracht, hetgeen tegenwoordig een zware druk voor het be drijfsleven betekent. Immers in de „goede" jaren werd de vaste last betrekkelijk gemakkelijk gedragen. Echter nu de na-oorlogse conjunctuur meer en meer ten einde loopt en het bedrijfsleven hier te lande steeds grotere afzefmoeilijk- heden ontmoet, terwijl uit technische en rentabiliteitsover wegingen vernieuwing van bedrijfsuifrusting alsmede uit een oogpunt van werkgelegenheid, vestiging van nieuwe be drijven en uitbreiding van bestaande dringend noodzakelijk zijn, heeft de Regering ten einde de fiscale druk te verlagen bij Koninklijke Boodschap van 1 Juni 1949 aan de Tweede Kamer cler Staten Generaal een wetsontwerp aangeboden houdende wijziging van het Besluit op de Ondernemings belasting 1942. De voornaamste wijziging, welke door de Regering in dat wetsontwerp werd voorgesteld was de af schaffing van grondslag bedrijfskapitaal. Blijkens het Voor lopig Verslag was de grote meerderheid van de Tweede Kamer echter van oordeel, dat de Ondernemingsbelasting in haar geheel diende te verdwijnen, daar de voorgestelde wijziging een te geringe verlichting voor het bedrijfsleven betekende. Bovendien achtte men deze extra belasting van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1950 | | pagina 19