7449
ingegaan op de regeling voor vee en agrarische bedrijfs-
uitrusting, de wederopbouw boerderijen, de onteigening in
het belang van de wederopbouw en de verhouding tussen
de oorlogsschadevergoeding en de molestverzekering.
Aan de algemene behandeling moge een opmerking
voorafgegaan. Van verschillende zijden en met name van de
kant van de Bond voor Oorlogsslachtoffers is op de beide
Kamers der Staten Generaal druk uitgeoefend dat zij bij de
aanvaarding van de wet in een motie aan de Regering zou
den te kennen geven deze regeling slechts als tijdelijk te
kunnen aanvaarden en te verwachten dat de Regering pas
over enige jaren een definitieve regeling der oorlogsschade
zou brengen, waarbij in meerdere mate naar integrale scha
devergoeding zou moeten worden gestreefd. Zulk een mofie
is er nief geweest. Noch in de Tweede, noch in de Eerste
Kamer heeft een der fracties de verantwoordelijkheid hiervoor
op zich durven nemen. Naar schatting zal de uitvoering van
deze wet een bedrag van vijf en een half milliard gulden
vergen, terwijl daarnaast nog een bedrag van twee en een
half milliard gulden gemoeid is met hef herstel van de scha
de geleden door het Rijk, de Provincies en de Gemeenten,
het herstel van kerken en ziekenhuizen en andere instellin
gen van openbaar nut die nief onder de wet op de Mate
riële Oorlogsschaden vallen. Tot dekking van deze enorme
uitgaven heeft de Regering een plan opgesteld, waarbij ge
durende vijftig jaar een som van twee honderd en vijftig
millioen gulden ten laste van de Gewone Dienst wordt ge
bracht, welke middelen dus door de belastingplichtigen zul
len moeten worden opgebracht. Het is niet aannemelijk dat
deze lasten nog kunnen worden verzwaard of over een nog
langere tijdsduur kunnen worden uitgesmeerd. De oorlogs
getroffenen doen derhalve goed er zich op in te stellen dat
deze wet de definitieve regeling der oorlogsschadevergoe
ding inhoudt.
De Wet op de Materiële Oorlogsschaden bouwt voort op
de bestaande regelingen en in hef bijzonder op het Besluit
Materiële Oorlogsschaden 1945. De schade wordt niet op
nieuw vastgesteld, de toegepaste afschrijvingspercentages
worden niet herzien, en de bijdragen die reeds zijn toege-