7423
De periode van 19391948 waaraan het derde deel is ge
wijd, is geschreven door Mr. Ph. C. M. van Campen. directeur
van de jubilerende instelling. Schrijver schetst daarin de eco
nomische ontwikkeling van het agrarische bedrijf tijdens en
na de tweede wereldoorlog en analyseert daarbij op duide
lijke wijze aan de hand van cijfers en grafische voorstellingen
de invloed van deze ontwikkeling op het balansbeeld van de
boerenleenbanken en de Centrale Bank. Tengevolge van de
liquidatie van voorraden en inventarissen in het landbouw
bedrijf gedurende de oorlog en de onmogelijkheid tot nieu
we investeringen, ontstond vanaf medio 1940 bij de boeren
leenbanken en de Centrale Bank een sterke toeneming van
de toevertrouwde gelden, terwijl daarentegen de voorschot
ten en debiteuren in lopende rekening een tegengesteld
beeld doen zien. Hieronder bevond zich een grote hoeveel
heid oneigenlijk spaargeld. De Centrale Bank geraakte daar
door in een positie van overliquiditeit en de schrijver gaat in
dit verband dan uitvoerig in op het beleggingsbeleid van de
Centrale Bank en de maatregelen welke werden getroffen
tot handhaving van een voldoende rentabiliteit. Ook aan het
lot van de R.K. boerenstandsorganisatie en de maatregelen,
welke werden genomen om de economische instellingen van
deze organisatie aan de greep van het Commissariaat Da-
mave te onttrekken, wordt aandacht besteed. Tenslotte wordt
nog uitvoerig ingegaan op de technische ontwikkeling welke
het boerenleenbankapparaat tengevolge van de inschakeling
bij de geldzuivering, de deblokkering, de effectenregistratie,
de verzorging van bijzondere financieringen, de voorschot
verlening door de Rijksdienst voor Landbouwherstel op scha-
deuitkeringen aan oorlogsslachtoffers, enz. enz., onderging.
Met een korte beschrijving van de neven-instellingen en een
hooggestemde slotbeschouwing wordt dit deel, dat op vlot
leesbare wijze geschreven is, besloten.
Aan het geheel wordt een groot aantal goed verzorgde
grafische voorstellingen in velerlei vorm, alsmede een uitge
breide lijst van geraadpleegde literatuur en bronnen toege
voegd.
Overzien wij de gehele inhoud van dit ook naar zijn uiter
lijk rijk verzorgde gedenkboek, dan kan ons inziens worden