7414
peratiewezen tol één geheel te bewerkstelligen. Meer dan
ooit moeten wij nu trouw blijven aan de grote beginselen,
volgens welke onze voorgangers het coöperatiewezen tot de
thans bestaande vorm hebben opgebouwd.
Nog om andere redenen is het gewenst, dat het meervou
dige coöperatiesysteem zich op ons platteland ontwikkelt.
Het bestaande coöperatiesysteem beantwoordt inderdaad
aan een noodzakelijkheid, omdat het zich kan aanpassen aan
de natuurlijke verscheidenheid onzer gezinsbedrijven in de
landbouw. Wij zien toch, dat onze boeren geheel verschillend
denken alnaargelang de aard van de bodem, de toestand
van het bedrijf, de vakkennis van de boer zelf en verschil
lende andere factoren. Daaruit volgt, dat de boeren zich niet
getrokken voelen tot één eenheidscoöperatie, doch de een
wenst, dat grondstoffen collectief worden aangekocht, de
ander wil collectief de afzet der landbouwproducten verzor
gen, een derde wil zijn veestapel uitbreiden en weer een
ander wil komen tot een doelmatig collectief gebruik van
bepaalde machines, etc. In alle dergelijke verenigingen uit
zich spontaan het beginsel van de taakverdeling, die van
voordeel is zowel voor de coöperatie in haar geheel als voor
de leden afzonderlijk.
Deze taakverdeling maakt hef mogelijk, een juiste sprei
ding te bereiken van het risico, dat aan alle handelstransac
ties is verbonden en tevens richt zij de ondernemingsgeest
op de veelsoortige werkzaamheden, die het voeren van een
landbouwbedrijf nu eenmaal meebrengt.
Het is waar dat in iedere dorpsgemeenschap slechts enkele
personen geschikt zijn voor de leiding van de landbouw
coöperaties. Toch heeft de ondervinding geleerd, dat de
algemene vergaderingen van de coöperatieleden hun bestu
ren kiezen uit de personen, die in de taak dier coöperatie
kennis van zaken bezitten. Het feit, dat soms dezelfde perso
nen leidende functies vervullen in verschillende coöperaties
van een dorpsgemeenschap of van een landstreek is zeker
niet uitgegroeid tot een mistoestand.
De verscheidenheid der landbouwcoöperaties staat even
zeer toe dat zij zich in afzonderlijke centrales groeperen,
welke dan mede door het feit, dat zij een afgescheiden
eigen taak hebben op hun gebied de grootst mogelijke