7413
transacties. Vanzelfsprekend hebben deze groeperingen zich
georganiseerd ieder naar haar eigen taak (coöperaties van
zuivelfabrieken, van aan- en verkoopverenigingen, centrales
van boerenleenbanken etc.).
De ontwikkeling van het landbouwcoöperatiewezen, zoals
hierboven geschetst, beantwoordt geheel aan het onafhanke
lijke karakter van het gezinsbedrijf, dat de landbouw in de
meeste beschaafde landen kenmerkt.
In de geschriften van de grote Raiffeisen zien we de ge
dachte van de persoonlijke vrijheid voortdurend verbon
den aan de idee van economische onafhankelijkheid, als red
middel van de in nood verkerende boerenbevolking. Spre
kend over de spaar- en crediefbank zegt hij: „Deze genoot
schap heeft ten doel, aan haar leden de geldmiddelen te
verschaffen, die voor hen onmisbaar zijn om zonder hulp
van vreemden de vruchten van hun eigen arbeid te kunnen
genieten en hun alle mogelijke zelfstandigheid te geven".
Het uiteindelijke doel, dat Raiffeisen voor ogen had, was
van meer zedelijke aard. Terecht zag hij in de coöperatie het
geeipende middel, om te komen tot een verbetering van de
stoffelijke bestaansvoorwaarden der plattelandsbevolking,
welk stoffelijk fundament tevens weer fungeert als basis voor
een morele vervolmaking. Wij zijn van mening, dat deze
ethische grondslag in feite ook nu nog de basis vormt van
de doeleinden, die de voormannen van de landbouwcoöpe
raties in de meeste landen nastreven.
Wij constateren verder, dat de landbouwcoöperatie geens
zins wenst uit te lopen op een klassestrijd. Zeker is dit niet
het geval in de landen, die een gezonde opvatting huldigen
over democratie. Deze tendens bestaat echter wel in de zo
genaamde volksdemocratische landen, waar men de land
bouwcoöperaties op zodanige wijze tot een eenheids-coöpe
ratie wil samensmelten, dat zij een gemakkelijk wapen kan
worden in de handen van de almachtige staat om de massa
aan zich te onderwerpen.
Deze nieuwe koers in het coöperatiewezen betekent een
reëel gevaar en zij is een bedreiging voor de landbouw, die
in gezinsverband, dus in onafhankelijkheid wordt beoefend.
Het zal onze plicht zijn met alle middelen te strijden tegen
hen, die pogen deze samensmelting van het landbouwcoö-