7408
practisch de enige debiteur van kortlopende schuld, zo
lang de overheidsschuld niet drastisch wordt verminderd
dan wel zolang niet de op korte termijn aangehouden schuld
voor een aanzienlijk gedeelte in langlopende schuld wordt
omgezet (ot wordt geconsolideerd, zoals de officiële uit
drukking is voor de omzetting van op korte termijn opvor-
derbare schuld in schuldbekentenissen met langere looptijd).
In rechtstreekse schuldvermindering door middel van aflos-
sing van schuld is echter nauwelijks te geloven. Daarvoor
zou het nodig zijn uit de belastinggelden overschotten te
vormen. Wanneer zullen wij echter daaraan toe zijn? Er wach
ten nog zoveel projecten van wederopbouw, industrialisatie,
inpoldering, wegenaanleg, enz. op uitvoering. En mocht er
eens enige ruimte gaan ontstaan aan de zijde van de uitga
ven, dan zijn toch zeker de belastingplichtigen aan bod voor
een reeds lang verbeide verlichting van de tiscale lasten.
Maar ook de kansen voor grootscheepse omzettingen van
kortlopende schuld in schuldbekentenissen op lange termijn
zijn niet erg groot. Zouden wij wellicht wel kunnen verwach
ten de uitgifte van een staatslening om het verder oplopen
van de op korte termijn aangehouden staatsschuld te voor
komen, bijv. tot het bedrag van het z.g. tekort op de kapi-
faaldienst van hef Rijk, waarop verantwoord worden de uit
gaven, die betrekking hebben op de uitvoering van werken,
die een lange tijd meegaan en een nuttig rendement opleve
ren, dat daarenboven ook nog staatsleningen zullen worden
uitgegeven, die de bedoelde omzetting van korte staats
schuld in schuld met lange looptijd tengevolge zou hebben,
behoeft voorlopig niet te worden verwacht. Een dergelijke
politiek zou ongetwijfeld ook een sterke druk leggen op de
financieringsmiddelen van het bedrijfsleven en van de parti
culiere huishoudingen en wel in zodanige mate, dat de rem
ming, die van een dergelijk proces (deflatie-proces) op de
koopkracht der bevolking en de bedrijvigheid zou uitgaan,
onder de huidige omstandigheden niet zou worden aange
durfd.
Aan de kant van de debiteur van de kortlopende schuld,
dat het belangrijkste materiaal oplevert, dat op de geld
markt wordt verhandeld, zijn dus voorshands geen grote ver-