7362 legenheden de Cenfrale Bank zelve rakende. De parficulierè praktijk eiste Mr. van Haastert steeds meer op, hetgeen leidde tot zijn ontslag, reeds vier jaar later. Een geheel andere figuur trad nu op: Mr. V. Dubois, die in 1921 de heer van Haastert als „Chef van de Inspectie" op volgde en tegelijkertijd tot secretaris van het bestuur werd benoemd. Daarnaast werd hij belast met de behandeling van de crediefaanvragen, hef organiseren van cursussen en, alsof dit alles nog niet genoeg was, kwam op zijn schouders ook de taak te rusten de Cenfrale Bank zelve en de bij haar aan gesloten locale banken, met raad en daad bij te staan in de vele juridische vraagstukken en moeilijkheden, die na 192Ó in steeds grotere omvang aan de orde kwamen. De uiterst nauwgezette en conscenfieuze wijze waarop deze bekwame man zich van dit alles kweet, vergde echter zoveel van zijn tijd en van zijn krachten, dat hij al spoedig naar de mogelijk heid moest uitzien een gedeelte van zijn werk aan iemand anders over te dragen. Bijna vanzelfsprekend viel daarbij de keuze op de rechtskundige sector, welke in de na-oorlogse periode dermate was uitgegroeid, dat zij, naar het zich lief aanzien, weldra een volledige dagtaak zou vullen. Besloten werd daarom, naast Mr. Dubois, een tweede advocaat te be noemen, wiens taak het zou zijn het juridische werk geleide lijk aan over te nemen. Daarbij viel op mij de keuze en toen ik dan ook op 15 Ocfober 1924 in dienst trad, werd het be handelen van de rechtskundige vraagstukken van de inspec tie afgesplitst en bij de nieuw opgerichte rechtskundige afde ling ondergebrachf. Thans nog het een en ander over onze werkzaamheden. Lang heb ik er over gedacht, of het mij eigenlijk wel pasl deze zelf op de kandelaar fe zetten, doch de overweging, dat het voor U wel interessant is, eens iets meer te weten óver hetgeen de R. A. nu eigenlijk uitvoert, deed mij ten slofte over mijne bezwaren heenstappen. Het eerste werk van de nieuwe afdeling lag op het terrein van de Handelsraad van de L.T.B., dan wel betrof de liqui datie van de verschillende posten, welke de Centrale Bank van de Hanzebank had overgenomen. Dit alles bracht al direct veel werk mede, wat met Gods hulp tof een alleszins bevredigend einde werd gebracht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1949 | | pagina 4