7390 dus heen, de ontbinding verkiezend boven de slavernij, de Centrale Bank en haar boerenleenbanken bleven voortwer- ken, moeilijk en met nog groter behoedzaamheid dan anders, maar met onbesmet blazoen. De nazivlag is nooit gehesen! (Applaus). Grote dank zijn wij verschuldigd aan de mannen, die de boerenleenbankvloot wisten te behouden, het vuur van de vijand ten spijt en ondanks zijn onderzeeërs en mijnen. Laat vrij U huldigen op deze dag, Raad van Toezicht en Bestuur, Directie en Inspectie en nijvere ambtenaren van de Centrale Bank, huldigen voor Uw kloek beleid en Uw harde arbeid van elke oorlogsdag. Niet minder zij ook de cijns onzer dankbaarheid betaald aan de stille werkers in het land, de toezieners en bestuurders, adviseurs en kassiers der plaatselijke boerenleenbanken, die in onzeltzuchfige lietde en meermalen met gevaar voor hun persoon hun banken hebben bestierd en beschermd. Ik vraag U thans, Mijne Heren, U een ogenblik van Uw zetels te verheffen. Samen brengen wij een eerbiedige groet aan de mannen, die, staande op hun posf bij Uw banken, door oorlogsgeweld uif Uw midden werden weggerukt. Samen vormen wij de eregarde, nu hun namen zullen klin ken in deze zaal: Onze Gevallenen: Arts uit Merselo, van Beurden uit Dussen, van den Biggelaar uit Wintelre, Buysse uif IJzendijke, Daemen uit Well, van den Doelen uit 's-Herfogenbosch, Eisen uit Wamel, Fleischeuer uit Oirsbeek, Hobert uit Haarle, Houtackers uit Heel, Joosten uit Buggenum, Kalkhoven uit Gemerf, Kallen uif Geleen, Knippenberg uit Panningen,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1949 | | pagina 32