7382
vreugde en wier zorgen van kindsbeen af fof heden toe ook
de mijne zijn geweest.
Onlangs vertelde mij een kloeke Nederlandse vrouw, moe
der van een groot gezin, hoe haar, op een van die zwarte da
gen uit de bezettingstijd, door de vijand haar man werd ont
roofd. Ongebroken en gelijk alle Nederlanders, die naam
waardig, vast vertrouwend op de uiteindelijke zegepraal, aan
vaardde zij het zware kruis. Brengt elke dag ons niet een
stap nader fof de bevrijding? Zij bad en zij wachtte, zoals
wij allen hebben gebeden en gewacht. Eindelijk dan slaaf
het uur der verlossing. Heel hef Vaderland jubelt en in haar
huis juicht men dubbel: Nederland vrij en.... straks komt
Vader terug I
Helaas, Vader is nooit teruggekomen. Goede vrienden
brachten de verschrikkelijke tijding van zijn dood. Gestorven
als gevangene in 's vijands land.
Niet lang nadat de grote rouw over het gezin was uitge
stort, begon de dag te naderen, die een hoogtijdag had
moeten worden voor heel de familie: Zilveren bruiloft, de
25ste verjaardag van hef huwelijk. Hoe dikwijls was er over
gesproken en hoe vele mooie plannen waren gemaakt? Maar
nul Het ene kind zweeg er over ter wille van het andere en
samen zwegen ze om Moeder. Tot haar opeens aan de jong
ste het zo vaak teruggedrongen woord ontviel: ,,Hè, Moeder,
als Vader er nog eens was, hadden we de volgende maand
zilveren bruiloft." De groten schrokken en keken bezorgd
naar Moeder. Maar dadelijk klonk het antwoord: „Kind, die
zilveren bruiloft komt en met ons allen zullen wij haar vieren,
hier, in Vaders huis. Met ons allen. Vader, al zien we hem
niet, leeft immers voort."
Mijne Heren. Aan deze woorden denk ik vandaag. Onze
doden leven voort en met hen vieren wij het gouden feest
van hunne en onze Bank.
Wij zien ze weer vóór ons, die pioniers van een halve eeuw
geleden: Pater van den Eisen. Vincent van den Heuvel, Jan
Truijen, Antoon Bolsius, Henry Pijls, Jan Berkvens en velen
meer, allen werkers van het eerste uur. Zij staan vooraan in
de rij dergenen, aan wie onze hulde wordt gebracht en onze
dank voor het schitterende werk, dat zij voor de Boerenleen-