7379 fhans geldende spaarrente-farieven zullen kunnen blijven uil- oefenen. Mef ingang van 1 Mei 1949 werd namelijk door de Minis ter van Financiën voor onze Centrale Bank opnieuw de gele genheid opengesteld, om, zij het beperkt tot 12%> der aan de boerenleenbanken toevertrouwde spaargelden, de middelen der Centrale Bank in 's Rijks Schatkist te kunnen beleggen op een z.g. boerenleenbankrekening, waarover 2}^0/o rente wordt vergoed. Hef bestuur van de Centrale Bank droeg mij uitdrukkelijk op, om in deze feestvergadering tot uitdrukking te brengen de grote erkentelijkheid van onze gehele boeren leenbankorganisatie, dat langs deze weg de oplossing kon worden gevonden voor het moeilijke vraagstuk, dat uit de geldsanering is overgebleven, het vraagstuk namelijk van ge leidelijke overgang van een oorlogs- naar een vredes-econo- mie, waarin het thans bij de boerenleenbanken geplaatste geld wederom in dezelfde mate gelijk voorheen in het boe ren- en fuindersbedrijf geïnvesteerd opnieuw zijn bevruch tende werking kan uitoefenen. Overigens wezen de cijfers van het verslagjaar reeds uit, dat inderdaad mef toenemende credietvraag in land- en tuin bouw moest worden rekening gehouden. In dat jaar namelijk stegen de eigen debiteuren der boerenleenbanken met 15,6 millioen tegenover een stijging van 14 millioen in hef voorafgaande jaar. In het lopende jaar bleef de crediet vraag bij de boerenleenbanken toenemen. Ook bij de Cen trale Bank zetten de credietuitzettingen in land- en tuinbouw en wel bij de economische instellingen van de georganiseer de landbouw zich uit. In het ultimo van het verslagjaar beliep de post debiteuren der Centrale Bank 31 millioen tegen 24 millioen op het einde van 1947. Een geweldige uitbreiding vond plaats in hef girale geld verkeer zowel bij de boerenleenbanken als bij de Centrale Bank. De omzetten op spaar- en lopende-rekeningen bij boe renleenbanken stegen van 799 millioen in 1947 tot 1.285 mil lioen in 1948, terwijl de Centrale Bank voor een bedrag van ruim 1 milliard aan giro-opdrachten te verwerken kreeg. De financiële uitkomsten van het eigen bedrijf van de Cen trale Bank waren in het verslagjaar niet ongunstig. Er ver bleet aan de Centrale Bank een winst van 563.453,66, na-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1949 | | pagina 21