7376 kunnen uitgroeien tof de bloeiende, krachtige instelling, die wij uit onze tegenwoordige samenleving moeilijk zouden kunnen wegdenken, laat staan dat wij haar zouden kunnen missen. De heer Dr. Deckers, die zowel bij ons zilveren feest als bij ons veertigjarig bestaan een feestrede voor ons heeft willen houden, heeft zich zozeer van zijn oude banden met onze Centrale bewust gevoeld, dat hij zich ook thans weer bereid heeft verklaard de feestrede uit te spreken. Hij zal ongetwij feld door zijn welsprekend woord het verleden weer voor onze geest doen oprijzen. Ik meen niettemin, mij welbewust dat wij vóór alles God moeten danken voor de rijke zegen, die Hij zo ruimschoots heeft willen doen neerdalen op het de 5e December 1898 te Venlo uitgezette plantje onzer Centrale Boerenleenbank, nief fe mogen nalaten van deze plaats af een woord van hartelijke en oprechte dank uit fe spreken voor al degenen, die in de afgelopen halve eeuw hun beste krachten aan de leiding on zer organisatie hebben geschonken. Ik dank de heren, die als lid van Directie, Bestuur en de Raad van Toezicht of in welke andere funcfie ook, door hun onverdroten toewijding, werkkracht en bekwaamheid er toe hebben bijgedragen de Centrale Bank hecht en solide, sterk en krachtig te maken. En ik wens een woord van piëteitvolle herinnering te wijden aan degenen, die na hun beste krachten aan de bevordering van de groei en de bloei onzer instelling fe hebben besteed, van ons zijn heengegaan. Het aantal van hen is fe groot om dezen met vermelding van namen fe kun nen gedenken. Indien ik mij zou mogen veroorloven enkele namen der allergrootsten fe noemen, dan komen mij voor de geest onze grote propagandist Pafer van den Eisen, onze energieke eerste Voorzitter Vincent van den Heuvel, onze eerste Directeur Jan Berkvens en de ons te vroeg ontvallen Directeuren Mr. Dubois en Dr. Huysmans. Maar ik mag niet voortgaan aldus namen fe noemen, want ik zou mij dan aan het gevaar blootstellen zeer verdienstvolle mannen, die ik niet zou noemen, de hun verschuldigde eer te onthouden. Mijn dank en waardering gaan ook bijzonder gaarne uit naar de bestuursorganen en de adviseurs der bij ons aange sloten Boerenleenbanken, wier toewijding en bereidwilligheid

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1949 | | pagina 18