7298
sociale zekerheid fen behoeve van de landarbeiders en in
een verder verschiet ook fen behoeve van de boeren en tuin
ders zelf. Wij kennen in ons land nauwelijks een pensioen
fonds van gelijke omvang. Komt het wel steeds meer voor, dat
voor een reeks van ondernemingen behorende tot een be
drijf (bijv. de sigarenindustrie) een centraal bedrijfspensioen
fonds wordt in het leven geroepen, de toepassing op zo
grote schaal als thans in de landbouw is geschied, is niet eer
der voorgekomen. De basis van een dergelijk bedrijfspen
sioenfonds is de regeling in de hiervoor genoemde wet, wel
ke de mogelijkheid opent om een pensioenregeling, die van
wege een of meer vooraanstaande organisaties in een be
drijfstak wordt ingevoerd, verbindend te verklaren voor alle
of voor een deel der bedrijfsgenoten.
Zulks is nu tot stand gebracht in de landbouw, waarin van
1 Mei 1949 af alle werknemers verplichf verzekerd zijn voor
een ouderdoms-, invaliditeifs- en weduwepensioen en de
werkgevers voorshands nog van de verzekering uifgeslo-
ten wel tof allerlei financiële en administratieve medewer
king verplicht zijn. En als vanzelfsprekend rijst nu de vraag:
waarom is de boerenleenbankorganisatie daarbij ingescha
keld?
Tot nu bleef alles waf het verzekeringswezen betreft buiten
de boerenleenbank, omdat het verzekeringswezen van de
boerenstand afzonderlijk in en door de boerenbonden is ge
organiseerd. Wel nam gestaag de samenwerking toe tussen
het verzekeringswezen van de boerenstand en de boeren
leenbank, in het bijzonder voor de verzorging van het beta
lingsverkeer. Deze lijn wordt nu doorgetrokken in het Be
drijfspensioenfonds; het ligt in de bedoeling straks de uitbe
taling der pensioenen aan de landarbeiders over de boeren
leenbank te doen lopen. Ongetwijfeld wordt thans bij het Be
drijfspensioenfonds verder gegaan, doordat de zegelverkoop
en daarmede de premie-inning geheel bij de boerenleen
banken is ondergebracht. Was dat nu wel nodig, zal deze of
gene vragen. In theorie wellicht niet; in de praktijk zeer zeker
en wel in het belang van de boerenstand, van het bedrijfs
pensioenfonds en van de boerenleenbank.